zich na de geleidelijke daling der laatste jaren, dank zij de geregelde
vaccinaties (in het cholera-typhus-vaccin bevindt zich ook bacil-
laire-dysenterie-vaccin) op een constant niveau houden. Bij ver
gelijking der verschillende landaarden blijkt dat de dysenterieën
het meest frequent zijn onder de Manadoneezen, gevolgd door de
Amboineezen en de Timoreezen.
Pest werd in 1934 in het leger niet geconstateerd.
De daling bij de knokkel- en de vijfdaagsche koorts blijft voor
de Europeesche en Inheemsche landaarden aanhouden.
In 1934 kwam één geval voor van tetanus (klem) bij een
Manadonees, die hiervan herstelde.
Ook de ziektecijfers van de tuberculose blijven zich zoowel by
de Europeanen als bij de Inheemschen in dalende lijn bewegen
(behoudens een lichte stijging in 1933 bij de Europeanen). Vanaf
1930 tot en met 1934 bedragen de cijfers voor Europeanen en
niet-Europeanen tezamen respectievelijk 3.0, 2.5, 2.3, 2.3 en 2.1 /oo
der totale sterkte. De Timoreezen geven het grootste ziektecijfer
en tevens een stijging van 2°/0o in 1933 tot 13,9 oo in 1934. De
cijfers zijn klein, zoodat slechts voorzichtige conclusies gewettigd
Van de 110 sterfgevallen onder de niet-Europeesche militairen
van het Koninklijk Nederlandsch-Indische leger in 1934 werden
er 18 of 16 veroorzaakt door tuberculose. Bij de Europeanen
kwam 1 van de 22 sterfgevallen op rekening der tuberculose of
5 Als doodsoorzaak speelt dus de tuberculose onder de In
heemsche militairen een belangrijke rol
Op een totaal aantal ziektegevallen van 11898 in 1934, worden
3007 gevallen door de geslachtsziekten ingenomen; 25,3 of A
gedeelte van alle ziektegevallen komen dus op rekening van de
geslachtsziekten (vorig jaar 27,2%), voorwaar een belangrijk
t)Gd.rSgf
Beschouwen wij de cijfers voor de Europeanen, dan blijken die
in 1934 belangrijk lager te zijn dan in 1933, de daling vooral van
het ziektecijfer voor gonorrhoe is opmerkelijk, (van 100 ü/oo op
79,4°/oo), eveneens dat van ulcus molle (weeke sj anker) (41 /oo
op' 27 ü/oo) Bij de niet-Europeanen wordt een lichte stijging van
de gonorrhoe (45 °/oo op 49,3 %o) en van de syphilis gezien (14
opl5,9°/oo)-
Het totaal aantal verpleegdagen voor geslachtsziekten bedroeg
in 1934: 47762 (1000 minder dan in 1933), het aantal ziektege
vallen bedroeg 3007, hetgeen een gemiddeld aantal verpleegdagen
per ziektegeval geeft van 16 dagen. Zie tabel 4.
Bij bestudeering van deze tabel blijkt, dat het aantal gevallen
van geslachtsziekten sinds 1923 gedaald is tot op minder dan e
helft, terwijl in deze periode het aantal verpleegdagen daalde tot
op i/gj een belangrijke vermindering Deze sterke dalmg vindt
62