zijn verklaring in de in 1931 zooveel mogelijk doorgevoerde
loopende behandeling der geslachtszieken, die voorheen meer en
gedurende langeren tijd in militaire ziekeninrichtingen werden
verpleegd. Het gemiddeld aantal verpleegden per ziektegeval daalde
van 35 in 1923 tot 16 in 1934 vanaf 1931 een constant aanhou
dende daling, die een schijnbare stijging geeft in 1934 tot 16 (1933
was dit bedrag 15). Dit vindt zijn verklaring daarin, dat voor het
eerst in 1934 de ziektegevallen veroorzaakt door de lymphogra
nulomatosis inguinalis (eveneens een soort geslachtsziekte) op
genomen werden bij de andere geslachtsziekten, hetgeen voordien
niet plaats vond. Anders zou het gemiddelde hebben bedragen 14.
In de tabel 4 valt op, dat van 1926 tot 1931 het aantal ziekte
gevallen zich op een vrijwel constant niveau blijft bevinden
(schommelend tusschen 4200 en 4400) om zich daarna in dalende
lijn te blijven bewegen.
Na 1931 werd overgegaan tot sterke propageering van het ge
bruik van de Sine-Nomine-zalf als prophylacticum. Het zou niet
te stout zijn gesproken indien de aanhoudende daling der ge
slachtsziekten toegeschreven mag worden aan het meer verbreide
gebruik der S.N. tube.
17 gevallen van beri-beri kwamen voor10 bij Manadoneezen,
de overige 7 gevallen verdeeld overAmboineezen, Javanen,
Soendaneezen, Timoreezen en andere landaarden. 13 van de 17
gevallen kwamen voor op Java, de rest in de buitengewesten. Van
deze 13 gevallen, waren er 11 in Batavia (waarvan 8 Manadonee
zen) bij het Xe en Xle Bataljon.
Een bevredigende verklaring voor de tijdelijke vermeerdering
van het aantal beri-beri gevallen in één enkel garnizoen en dan
v.n. onder de militairen van denzelfden landaard (Manadoneezen)
kan nog niet worden gegeven.
De longontsteking eischt van de Inheemsche rassen nog vele
sterfgevallen. Van een totaal van 110 overledenen in 1934 ko
men er 32, d.i. 29 of bijna Vz gedeelte op rekening van de
longontsteking. 145 Inheemsche militairen leden aan deze ziek
te, waarvan er 32 off 22,1 overleden.
9 Europeanen leden aan longontstekinggeen sterfgevallen
Opmerkelijk is de mindere weerstand der gekleurde rassen te
genover deze ziekte in vergelijking bij het blanke ras De long
ontsteking is dan ook de voornaamste oorzaak van de sterfte onder
de Inheemsche militairen
De appendicitis (blindedarmontsteking) gaf 40 ziektegevallen
bij Europeanen en 19 bij niet-Europeanensterfgevallen deden
zich niet voor
Het kan niet in de bedoeling liggen hier alle voorgekomen ziek
ten aan een bespreking te onderwerpen. De bovengenoemde aan-
63