67 verleenen bij de daarna uit te voeren onderneming, zoodat uit de lucht geen geschut zal behoeven te worden aangevoerd. Uiteraard zal een dergelijk optreden meer kans van slagen hebben indien vuurkracht en bescherming van de vliegtuigen zijn opgevoerd en voor de landing geen speciaal ingericht vliegveld noodig is. Niettemin is het zaak de vliegterreinen, welke voor een dergelijke landing in aanmerking kunnen ko men, in het plan der defensieve strategische vernielingen, dat het legerbe stuur zich in vredestijd voor oogen heeft gesteld, op te nemen. Schr. bespreekt vervolgens de te nemen tegenmaatregelen en noemt o.m. het gereed houden van alarmtroepen infanterie, artillerie en mitrailleurs op verschillende punten achter de inundatielinie (linie van grensverster- kingen) om, indien een aanval uit de lucht wordt gesignaleerd, deze troepen onmiddellijk met middelen van versneld vervoer naar het bedreigde landings terrein te kunnen dirigeeren, er van gebruik makende dat de vijandelijke troepen onmiddellijk na de landing in zeer ongunstige omstandigheden zullen verkeeren. Hoewel voorshands zal kunnen worden volstaan met slechts rekening te houden met „coups de main" uit de lucht, moeten wij ook vooruitzien. Het luchtvaartmateriaal kan wellicht binnen korten tijd dusdanig geperfection- neerd zijn, dat de meer in het groot opgezette landingsondernemingen tot uitvoering kunnen worden gebracht. Tactiek. La Revue d'Infanterie. Oct. 1935. Les bois dans la defensive. In het tijdschriftoverzicht van de R.d'Inf. (Oct. '35) wordt behandeld het bovengenoemde artikel van de hand van den kapitein (breveté) Krich- mayer, verschenen in de Revue d'Infanterie polonaise van Nov. 1934. Wij ontleenen hieraan het volgende. Het bosch biedt voor de verdediging markante voordeelen. Het is een ter- reinvoorwerp, waartegen de vliegdienst vrijwel machteloos is; het is een on- Roorschrijdbare hindernis voor strijdwagens; de cavalerie kan er slechts te voet vechten, de artillerie wordt gehinderd in haar waarneming en verliest er veel van haar uitwerking. Voor den aanvaller is het een moeilijk te ver meesteren object, indien hij eenmaal tot den rand in genaderd, zal het voor waarts gaan in het bosch langzaam vorderen, onzeker zijn, onderhevig zijn aan hinderlagen en zonder mogelijkheid van directen vuursteun plaats moeten winden. Men moet dus de bosschen in het verdedigingssysteem opnemen. Echter hoe? Het stellingnemen in de boschranden biedt onbetwistbare voordeelen. De mogelijkheid wordt namelijk verkregen voor de hoofdweerstandslijn een dicht vuurplan te ontwerpen, de hindernis tegen strijdwagens volledig te benutten, tijdens het gevecht de aanvullingen van munitie en levensmiddelen en het verplaatsen van reserves te vergemakelijken. Deze voordeelen zijn aanlok kelijk doch verhezen hun waarde tegen de nadeelen, verbonden aan de zeer kwetsbare opstelling van de voorste verdedigingslijn, inbegrepen de organen van de artillerie-waarneming, en de moeilijkheden welke het uit voeren van een tegenaanval (tegenstoot) oplevert. De conclusie van kapt. Kirchmayer luidt dan ook dat het stellingnemen in den rand van een bosch vermeden moet worden. De verdediging in het bosch geeft het voordeel, dat men gevrijwaard is voor tankaanvallen, daar staan echter vele nadeelen tegenover zooals beperkt gebruik van de vuurwapens, moeilijke waarneming, mogelijkheid door den vijand te worden verrast, slechte artilleriesteun, weinig succes te verwachten van het optreden van reserves bij het uitvoeren van tegenaan vallen omdat vuursteun zal moeten ontbreken. Voegt men hieraan toe het bezwaar dat de vuurlinies te dicht moeten worden bezet dan volgt uit het voorgaande, dat men slechts dan in het bosch stelling dient te nemen, indien er geen andere oplossing is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 69