72 totdat deze tot 800 m van den verdediger is gevorderd; wederom rukken de mitr. in echelons op tot ter hoogte van de eigen inf., de „binnencie." is dan nog, totdat zij 300 m van den vij is, te steunen door de mitr. daarna moeten de mitr. den vij. bevuren, die tegenover hen is opgesteld en dus naast het vak waarop de „binnencie" aanvalt. We kunnen ons voorstellen dat het terrein zich inderdaad wel eens een enkele maal leent voor een dergelijke oplossing, maar wij zouden niet, zooals S. blijkbaar wenscht, een systeem van het beschreven geval willen ma ken. Bovendien is het niet waarschijnlijk, dat een aanvaller op een afstand van 2400 m (de afstand waarop S. den aanval doet inzetten) van den verde diger, weet waar zijn tegenstander zich heeft opgesteld. (Zie ook Mil. Wochenbl. nr. 13). Nr. 8. In dit nr. zet Hauptmann Warmuth het hierboven genoemde artikel voort, S. bespreekt de opdrachten welke de M.G.K. in de verdediging kan krijgen: 1. Storing vij. nadering. Slechts zelden mogelijk, kost veel munitie, liefst door wapens met geen andere opdracht, uit stellingen vóór de frontlijn. 2Bestrijding vij. g er eedstelling. Alleen als vij. hierdoor ernstig kan worden gehinderd. Mitr. onder bescherming van de voorposten, opgesteld voor de hdwstl. 3. Ondersteuning gevechtsvpn. Vooral als het schootsveld zoo uitgestrekt is, dat het niet geheel door L.M.G.- en geweervuur is te bestrijken. 4. Vuursteun t.b.v. terugtocht vp. Mitr. stellingen in de hdwststr. 5. Bestrijding vij aanval in geheele hat. vak. Belangrijkste opdracht; vuur op verre en middelb. afstanden, zorgvuldig opgemaakt vuurplan. De voorste vij. aanvalstroepen, die beneden 600 m komen moeten door de lichte inf. wapens worden bestreden, terwijl de mitr. hun doelen vinden op de middel bare afstanden. 6. Stormvuur. a. spervuur, om binnendringen van den vij. tegen te gaan, af te geven onm. vóór de frontlijn. b. afsluitingsvuur, dat verder naar voren ligt, met doel het oprukken van vij. reserves en de munitie-aanvulling te bemoeilijken. Vuur a. en b. tegelijkertijd af te geven. 7. Vuur in de hdwststr. Doel den binnengedrongen vij. te localiseeren, een doorbraak te verhinderen en tegenstooten van de reserves te onder steunen. Voor al deze taken zijn vuurplans noodig. Revue Militaire Frangaise. Juli '35. „Notes sur la guerre de mouvement". Colonel Didelet geeft hierin een origineele zienswijze weer met betrekking tot den bewegingsoorlog, welke sterk van de Fransche opvattingen afwijkt. Ter typeering van dit belangwek kende artikel vermelden we hier eenige gevolgtrekkingen. 1. Als de bevelvoering of de art. willen weten waar de voorste lijn van de eigen inf. is en waar de vij. weerstanden het voorwaarts gaan der inf. belemmeren, moeten zij slechts op hun eigen organen rekenen. Van de voorste inf. mag niet verlangd worden dat zij haar plaats en de vij. doelen zuiver opgeeft. 2. In den aanval marcheert ieder recht vooruit, zonder er rekening mede te houden of de nevenafdn. op gelijke hoogte zijn. De reserve moeten de openingen opvullen. Na het einde van een sprong (welke niet wordt op gegeven tot een bepaalde lijn, maar in tijdsduur, teneinde het élan niet te schaden) hebben de noodige manoeuvres plaats om de voorste lijn van de verst gevorderde afd. te verlengen. (Wij vragen ons hierbij af of op die wijze de factor „terrein" wel voldoende in het geding wordt gebracht)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 74