79 II. l'Organisation. A. La concentration des entreprises. B. l'Emprise de l'état sur l'économie. I. Avant Hitler. 1'Etatisation par la voie financière. II. Depuis Hitler. 1'Etatisation par voie d'autorité. 1. La doctrine économique nationale-socialiste. 2. 1'Etatisation de l'agriculture. 3. 1'Etatisation de la production industrielle et des échanges. a/. 1'Attaque du système capitaliste et socialiste. bLa nouvelle construction économique. III. Les tendances. A. Les buts poursuivis. La lutte pour l'autarchie. B. Les moyens mis en oeuvre. I. La réglementation de la consommation. II. l'Exploitation des ressources nationales. 1. Agriculture. 2. Industrie. Uit de conclusies van den schrijver moge nog het volgende worden aangehaald il est certain, que l'Allemagne est dès maintenant beaucoup plus capable qu'en 1914 de résister a un blocus. l'Allemagne paraït ainsi s'être placée économiquement dans un veritable état de 'Kriegsgefahrzustand'. Dans de telles conditions, la mobilisation économique, a demi achevée dès le temps de paix n'est plus qu'un jeu'. Marineblad, Juli 1935. In een artikel getiteld „Rangen en Standen" breekt de kapitein der Ma riniers W. Roelofsen een lans voor de algemeene herziening in nauwe onder linge samenhang van de tallooze onderscheidingsteekenen voor rangen en standen bij de verschillende deelen van de weermacht. Hij betoogt, dat het thans vrijwel ondoenlijk is de vele bestaande distinctieven te kennen. Niet alleen het aantal, doch ook het ontbreken van een algemeen vast systeem staat zulks in den weg. Schrijver voegt een concreet voorstel aan zijn be schouwingen toe. Militaire Spectator. In de afleveringen van April, Juli en Augustus 1935 is opgenomen een „Studie betreffende den Dienst van Aan- en Afvoer en van de verpleging" van den majoor-Intendant J. B. de Jongh. Deze studie geeft bijna uitsluitend een reeks beveled voor den Aan- en Afvoer en de verpleging gedurende een bepaalde gevechtsphase voor het Nederlandsche Veldleger. De veronderstelling is zeer ruim opgezetde actie is in verband gebracht met die van bondgenooten in Noord-Frankrijk en België. Na aanvankelijk in de vesting Holland te zijn teruggedrongen, breekt het Veldleger uit over Naarden, Utrecht en Vreeswijk en gaat tot het offensief over. Voor de in den nacht van den 30en Juni bereikte uitgangsopstelling worden nu de bevelen gegeven voor den Aan- en Afvoer en voor de Verpleging en wel achtereenvolgens die, welke uitgaan van het Hoofdkwartier Veldleger en die van de Stafkwartieren van een Divisie-groep, een Divisie en de Lichte Brigade.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 81