190 begin van de beweging z.v.m. eerst zich in het juiste front gereedstellen. Het terrein is een van de „Grundelemente" van de tactiek, welke zijn invloed blijvend uitoefent. „Wehe dem Führer und der Truppe die durch ihr Handeln das Gelande brutalisieren". Vooral voor een vertragend gevecht is een uitvoerige terreinverkenning noodig, omdat de aanwezigheid van doode hoeken of vuurarme stukken in het voorterrein, oorzaak kunnen zijn van het doorsijpelen van den aanval ler, hetgeen ernstige gevolgen kan hebben, wegens het gebrek aan diepte bij den verdediger. „Eine Verteidigung hatte mit viel Mitteln durchgeführt werden miissen, weil die Zeit nicht gereicht habe, sie mit wenig Mitteln zu organisieren." Behalve de passieve beteekenis van het terrein kan het ter rein evenzeer de tact. handelingen in actieven zin ondersteunen, doordat het aangeeft waar de wapens voor een beslissende uitwerking moeten wor den ingezet. Dit artikel bevat vele bekende klanken, maar hoe vaak wordt er ook bij ons niet tegen gezondigd? Het is ook als brochure verschenen (Verlag van Huber Co. Aktiengeselschaft, Trauenfeld). S. behandelt het onderwerp gron dig, duidelijk en toch beknopt (32 blzn.). Het artikel leent zich bij uitstek voor een bespreking voor officieren en o. on. instr. en kan ons dan een stap nader brengen tot het vervullen van de eisch, welke voor iedere gevechts omstandigheid moet worden gesteld Het terrein te maken tot bondgenoot. Tk. Artillerie. Organisatie en tactisch gebruik. In de Juni en Juli afl. van de Revue mil. suisse 1935 komt een uitge breide studie voor over de organisatie der veldart. van Lieut.-col. L. de Montmollin: L'organisation des batteries et des états-majors de l'artillerie de campagne. In Hoofdstuk I wordt in beschouwing genomen de evolutie van de doctrine betreffende het gebruik der art. sinds de invoering van het snelvuurgeschut, waarna achtereenvolgens kort worden behandeld de problemen van het gevechtsveld, die hun stempel drukken op de organisatie zooals de leegte van het slagveld, de verbinding tusschen inf. en art., de gedekte opstelling en het waarnemingssysteem, de uitbreiding der art. in hoeveelheid en soorten, de technische en tactische moeilijkheden der vuren, de munitieaanvulling. Een en ander heeft geleid tot een verdeeling van den arbeid als volgt. Bij de batterij, technische vuureenheid, zorgt de bij. cdt. voor de techn. vuurleiding en voor de nabijbeveiliging van de bij. en zijn cop. Bij de afdee- ling, tactische vuureenheid, zorgt de afd. cdt. voor de tact. vuurleiding, de verbindingen binnen de afd. en naar de inf., de munitieaanvulling, terwijl hij de bij. cdtn. helpt door enkele techn. voorbereidingen (topografisch) en door vervollediging van het waarnemingssysteem der afd. Bij het regiment artil- leriegroep is de reg. cdt. als art. cdt. van de gemengde eenheid verant woordelijk voor het tact. gebruik van de art. dezer eenheid, voor de ver binding met zijn af dn. Hij regelt het gebruik van de versterkingsart. en van de vuren der korpsart., die te zijner beschikking is gesteld. Hij centraliseert de techn. of tact. inlichtingen, die van belang zijn voor de art. der groep. Hoofdstuk II handelt over de organisatie der batterij, troepeneenheid en tegelijkertijd technische vuureenheid, met volgende onderdeden 1) Organen voor bevelvoering, verkenning, waarneming en verbinding bij den batterijstaf 2) Vuurmonden, in het algemeen twee aan twee in secties vereenigd 3) Caissons, munitieaanvoerders 4) Diensten, kok, werklieden, oppassers, levensmiddelen- en bagagevoer tuigen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 108