193 Flugzeugbekampfung eine Aujgabe der gesammten Artillerie Onder dezen titel geeft Hauptmann Piekert in de Art. Rundschau van Juli 1935 een beschouwing over de idee van Generaal Von Eimannsberger, weerge geven in de Mil. wiss. Mitt, van Jan. 1935, dat alle art. moet kunnen mede werken aan vliegtuigbestrijding. Hauptmann Piekert meent, dat de huidige art. noch v.w.b. materieel, noch v.w.b. personeel hiertoe in staat is. Doch de ontwikkeling der techniek en tactiek schrijdt steeds voort in de richting van groote bewegelijkheid der strijdkrachten. Zoodoende zal het zeer goed mogelijk zijn, dat in de toekomst een deel der art. hoofdzakelijk bestemd is voor bestrijding van pantservoertuigen, terwijl het gros zal bestaan uit lucht- doelart., die in staat is om de pantserafweerart. te steunen. Materieel. De Revue d' Art. van Juli '35 bevat onder de rubriek „Renseignements divers" enkele gegevens van het nieuwe Zweedsche bergkanon, overgenomen uit de Krassnaja Swjesda van 11 Mei '35. Kaliber 75 mm; proj. gew. 6.5 kg; Vo 470 m/sec.; dracht 10 km; schootsveld horixontaal 6°, verticaal 50° gewicht in batterij 790 kg 8 lasten. De 7.5 mm schietbuis kan worden vervangen door een van 90 mm, verschietende een proj. van 9 kg met een Vo van 350 m en een dracht van 7650 m. De Art. Rundschau van Juli 1935 bevat het bericht, dat door nieuwe wettelijke bepalingen in Zweden de A. G. Friedrich Krupp haar deelname aan de wapenfabrieken Bofors heeft opgegeven. Voorts is er een bericht, dat de „Hollandsche Industrie en Handel Maatschappij Siderius" thans onder de „Wilton-Fijenoord" wordt voortgezet zij brengt echter geen eigen ont werpen meer op de markt, doch werkt op licenties van Bofors. In The Journal of the Royal Artillery van Juli 1935 is weergegeven de bekroonde oplossing van de prijsvraag 1934'35 (Duncan Silver Medal Essay): „Are the weights of shell of the various categories of field army artillery the most suitable, having regard to the various roles which the latter may have to undertake and the varied theatres of war in which they may have to act De Majoor R. Hiltcm behandelt daarbij onder het motto „no half measures" allereerst de indeeling der art. voor het veldleger. Hij onderscheidt LIGHT Artillery, bestemd voor het gevecht van nabij HEAVY Artillery, bestemd voor vuur op grooten afstand en voor vernieling van zware versterkingen MEDIUM Artillery, in staat om lichte bruggen te passeeren, gemakkelijk en snel verplaatst te worden langs normale wegen en om snel in actie te worden gebracht zij vormt de bulk der artillerie ANTI AIRCRAFT Artillery, MOUNTAIN Artillery en HORSE Artillery voor speciale taken laatstgenoemde gemotoriseerd moet zeer snel kunnen ageeren de benaming is behouden uit overwegingen van traditie. De lichte artillerie is bestemd om in zeer nauwe samenwerking met de inf. te ageeren en om vij. mitrn. en pantservoertuigen te bestrijden, waarvoor 2 verschillende wapens noodig zijn„close support" en „anti-tank". Bij sommige legers zijn deze wapens ingedeeld bij de inf. Of zij echter bediend worden door inf. of art. is volgens S. een kwestie van ondergeschikt belang (de bediening blijkt in de practijk toch gespecialiseerd te zijn); technisch en tactisch zijn het stukken artillerie. S. wil de door hem bedoelde mortieren van 80 mm met bom van 10 pond en lichte snelvuurkanonnen van 20 mm met 3 pond-granaat vereenigen in één batterij, en zelfs de sectie doen bestaan uit 1 mortier en 1 licht kanon. (Normale schootsafst. 1500 m). Voor de middelbare art. is noodig een „Man-killing high explosive shell," waarvoor blijkens proeven een 25-ponds proj. van 3.7" het meest aange wezen is max. dracht 12 tot 14 duizend yards. Voor vuur tegen weerstand- biedende doelen heeft de middelbare art. volgens oorlogservaring nog noodig een 6" houwitser (dracht 14.000 yards) met 100 lbs. projectiel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 111