196
juist inzetten van de aanvalsmiddelen, een snel verloop van de uitvoering van
den aanval, een opvoeren van de vuurkracht tot het uiterste en verrassing bij
den stormaanval. Van overwegend belang is de keuze van het tijdstip van den
stormaanval, dat dient samen te vallen met het oo'genblik dat de krachtproef
voor het moreel van den verdediger ondraaglijk wordt. Laat men dit oogen-
blik voorbijgaan, dan heeft men zijn kans als regel de eenige voorbij
laten gaan, daar het moreel van den verdediger vervolgens weer zal stijgen. S.
vestigt er de aandacht op, dat de factor verrassing in een toekomstigen oorlog
een nog veel sneller verloop van de voorbereidingen van den aanval eischt,
dan in den wereldoorlog: „Wenn im Kriege ein Festungsangriff noch 8 bis
14 Tage erforderte, so wird heute ein Durchbruch durch die Friedensbefes-
tigungen nicht langer als 8 bis 14 Stunden dauern dürfen, denn es lassen sich
Verstarkungen in kürzester Zeit heranführen".
Van de daarop volgende conclusies vermelden wij „Darum bedarf es der
Mitwirkung der starksten Überraschungswaffen, der Luftstreikrafte und der
Tanks. Ohne Überlegenheit in der Luft ist kein Angriff auf Friedensbefes-
tigungen möglich. Die Bomber verstarken die Artilleriewirkung, besonders
Sturzbomber sind sehr wesentlich, da sie mit dem ganzen Flugzeug zielend
ihre eine schwere Bombe mit Sicherheit auf die kleine Flache des angegriffe-
nen Forts legen können". T.a.v. deze conclusies kunnen wij het niet met S.
eens zijn; gezien de instelling van speciale, voortdurend parate grensbewa
kingstroepen is de kans op overrompeling van een verdediger, die zijn plicht
doet gering, overigens achten wij de uitwerking van vlg.bommen tegen
moderne duurz. verstn. evenals de S. in M.W. nr. 13 uiterst gering.
Over de wijze van gebruik van vechtwagens, welke naar S's meening voor
den aanval niet kunnen worden ontbeerd, geeft S. geen aanwijzingen. Wij
deelen ten deze de inzichten van den schrijver in M.W. nr. 19.
S. vestigt nog de aandacht op de mogelijkheden van een (toekomstigen)
vliegenden of springenden vechtwagen.
In een artikel betreffende de middelen en de organisatie van vechtwagen-
afweer in hetzelfde blad wordt de waarde van pioniers met hun antivecht-
wagenmijnen hoog aangeslagen. Per man kunnen per uur minstens 6 mijnen
worden gelegd en gemaskeerd. Indien bij aanbrengen gedurende den nacht
de troep eerst moet worden verplaatst, kan veelal nog op 5 a 6 werkuren
worden gerekend. De breedte van elk der beide te vernielen vechtwagen-
rupsbanden bedraagt 0.25 a 0.35 m. Per m front acht S. 2 mijnen noodig,
welke onregelmatig over eenige diepte dienen te worden aangebracht. Tegen
de zware vechtwagens zijn mijnen van 5 kg. noodig, overigens zijn ook
lichtere mijnen bruikbaar. Een sie. pioniers a 30 man met 1.000 mijnen kan
in een korten zomernacht gemakkelijk 500 m front afdoende veiligstellen. S.
prefereert een organisatie van 1 bat. pioniers bij de divisie (van zoodanige
sterkte, dat aan elk regiment infanterie 1 cie. kan worden toebedeeld en
bovendien nog 1 cie. ter beschikking van den div.cdt. blijft) boven een
verdere decentralisatie van de pioniers.
Betreffende landingen lezen wij in M.W. nr. 15 (overgenomen uit Krassnaja
Swjesda) o.m.: Amphibievechtwagens zijn bij landingen onmisbaar; het beste
is ze aan boord van vaartuigen voor de walvischvangst over te brengen, om ze
ter plaatse (op de reede) uit luiken te water te laten. Aanvankelijk dienen
ze te worden ingezet als een vooruitgeschoven afd., welke ergens landt om
vervolgens elders een landingsstrook voor de hoofdmacht te veroveren. De
hoofdmacht gaat eerst tot ontscheping over, zoodra de vechtwagens in de
flank en in den rug van den vijand aanvallen; de vechtwagens kunnen ook
tegen 's vijands terugtochtslijn of tegen zijn reserves worden ingezet. De
vechtwagens bij duisternis dan wel overdag onder dekking van een nevel-
scherm door vlgn. gelegd aan land te doen gaan. De actie van de vecht
wagens dient door vlgn. te worden gesteund.