delingen aanvaarde Fransche veroveringen niet erkende. De
vijandelijkheden zouden dus worden hervat. Maar ditmaal bleef
NAPOLÉON te Paris en liet hij de leiding der legers over aan
Brune in Italië en Mor eau in het Rijngebied.
Den 3 December 1800 wist Moreau de Oostenrijkers bij Hohen-
linden beslissend te verslaan; een zege over den 18-jarigen Aarts
hertog Johann, welke Moreau's gebrekkige leiding stellig niet ver
diend had. Wederom een wapenstilstand; doch deze werd den 9
Februari 1801 bestendigd in den Vrede van Lunéville tusschen
Frankrijk en Oostenrijk.
Dat beteekende dus vrede met Oostenrijk en Rusland, en oor
logstoestand met Duitschland en Engeland; al met al dus reeds
en stap in de goede richting.
Met Engeland kwam het na vele strubbelingen ten slotte ook
tot een vrede: de Vrede van Amiëns van 25 Maart 1802; een
overeenkomst overigens, welke geen van beide partijen als van
duurzamen aard beschouwde, doch welke beide evenzeer behoef
den om op adem te komen, de financiën te ordenen en zich voor
te bereiden op den eindstrijd.
L. TRAFALGAR. (21 OCTOBER 1805).
Dat de Vrede van Amiëns voor NAPOLÉON een illusie was,
evenzeer als voor Engeland een betreurde stap, is duidelijk als
men nagaat, dat Engeland Malta zou teruggeven aan de Johan-
niter Orde, alle veroveringen in den Oost (behalve Ceylon) en de
Kaap de Goede Hoop zou teruggeven, evenals alle West-Indische
buit (behalve Trinidad); terwijl Frankrijk daartegenover slechts
Egypte aan Turkije zou afstaan, Elba en de Italiaansche havens
ontruimen. Terecht kon men zich in Engeland afvragen, of men
daarvoor nu zoo vele jaren met Frankrijk had moeten strijden;
met een land, dat vrijwel alle veroveringen behield en de zeekust
van Antwerpen tot en met Indië beheerschtei
Van de eene chicane kwam het daarom tot de andere: men
treuzelde met de ontruimingen; en toen NAPOLÉON ook nog de
Fransche vloot ging uitbreiden en een koloniaal rijk in Amerika
stichten, was voor de Engelschen de kwestie van den hernieuwden
oorlog nog slechts een vraagstuk van het vaststellen van den
begindatum.
NAPOLÉON, die Engeland als zijn hardnekkigsten vijand er
kende, vatte nu weder het plan op van de verovering van Londen.
Dit plan, dat zijne uitvoering zeer nabij is geweest, wordt om
dat het niet volbracht is in de literatuur dikwijls als één
groote bluf gekenschetst. Niets is echter minder waar. Engeland
was NAPOLÉON's grootste vijand, dat is in de verdere geschie
denis ook wel gebleken; en de ver doorgevoerde plannen van
eene landing in Engeland zijn slechts mislukt, omdat de Fransche
104