niet worden onderschat. Met onze sterkte aan personeel duurt het minstens drie kwartier, alvorens drie maal twaalf bommen van 20 kg zijn opgehangen. Staan de vlgn. bovendien nog klaar vooi een bomopdracht op groote hoogte dan wel voor een verken- ningsopdi acht (in deze gevallen wordt niet de maximum patronen- voorraad medegenomen) dan moet de patronenvoorraad eerst worden aangevuld, hetgeen nog ongeveer een zelfden tijd vergt. We moeten er dus rekening mee houden, dat, indien onvoorbereid een opdracht tot een a.i.s. wordt ontvangen, het nog anderhalf uur kan duren, alvorens de afdeeling kan starten. Heeft dus een commandant, die vlgn. tot zijn beschikking heeft, het voornemen een a.i.s. te laten uitvoeren, dan zal hij er goed aan doen, om van dit voornemen zoo spoedig mogelijk kennis te geven aan den C.L. opdat deze de noodige maatregelen kan nemen, en onmiddellijk na het ontvangen van de opdracht kan starten. Zoodra de afdeelingscommandant zijn bevelen voor wat betreft het materieel heeft gegeven, roept hij zijn vliegers en waarnemers bij elkaar en bespreekt aan de hand van de ontvangen opdracht en de kaart den naderingsweg alsmede de formatie, waarin zal worden aangevallen. Voorts wordt bepaald, of de vlieger dan wel de waarnemer de bommen zal werpen. Of de aanval slechts één maal zal worden gedaan, dan wel zal worden herhaald, is van te voren niet uit te maken dit kan pas ter plaatse door den com mandant worden bepaald. Verder is het overbodig bevelen te geven voor den terugtocht. Ook dit zal door den commandant naar omstandigheden worden aangegeven, waarbij weersomstan digheden ter plaatse, tactische toestanden, dekkingsmogelijkheden, en vijandelijke luchtactie een rol zullen spelen. Het is dus niet wenschelijk en ook niet noodzakelijk, reeds thans bevelen te geven voor den terugtocht, daar de afd. cdt. over voldoende teekens beschikt, om zijn wenschen aan de vliegers kenbaar te maken. Voor het materieel, de bommen, enz. kan het bevel zeer kort zijn b.v.; 431, 435 en 438, uitrusting B. A 4. De nadering. Wil een a.i.s. kans van slagen hebben, dan is verrassing een eerste vereischte. De nadering zal dus zoodanig moeten geschie den, dat zoowel gezichts- als geluidsdekking wordt verkregen. Aan beide eischen kan worden voldaan door zeer laag te vliegende begroeiing van het terrein zal daarbij als masker en geluiddemper fungeeren. Bij oefeningen is gebleken, dat het in gunstige omstan digheden en bij een juiste wijze van vliegen mogelijk is, het object tot op 500 m te naderen, alvorens de tegenpartij de vlgn. hoort. Is de begroeiing in de onmiddellijke nabijheid van het doel gun stig, dan is het vaak mogelijk ongezien tot vlak bij te naderen. Van verschillende omstandigheden zal het dus afhangen of de 111

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 29