114 Ook bij het aanvallen op breede doelen, bivaks, vliegvelden, enz. verdient de V-formatie aanbeveling. De Commandant is dan geheel vrij in het maken van vrij scherpe bochten naar beide zijden, hetgeen bij de echelon-formatie niet het geval is. De echelon-formatie. Deze methode verdient aanbeveling bij den aanval op lange rechte wegen, waarbij dus practisch geen bochten zullen behoeven te worden gemaakt. De vlgn. vliegen om beurten in de volgorde van hun nummer eenige oogenblikken boven den weg, terwijl de vlgn., welke naast den weg vliegen, gebruik kunnen maken van den achter-mitrailleur. Voorts wil ik nog de aandacht vestigen op de door Kol. Ilgen gepropageerde methode voor den aanval op vliegterreinen. Het doel wordt van te voren in drie of meer vakken verdeeld naar gelang het aantal beschikbare vlgn. De vlieger ageert op eigen gelegenheid in het hem toegewezen vaker worden dus indivi dueel verschillende aanvallen uitgevoerd. Deze oefeningen zijn echter nog te weinig gehouden om een definitieve conclusie te kunnen trekken omtrent de te verwachten resultaten. Wel ben ik van meening, dat deze methode geen aanbeveling verdient bij het aanvallen op zeer goed verdedigde vliegvelden, in het bijzon der, indien op dit veld bovendien nog over jagers dan wel andere meerderwaardige vlgn. wordt beschikt A. 6. De aanval. Door zoo laag mogelijk te vliegen wordt de uitwerking van het afweervuur op den grond zeer verminderd en is de aanvaller veilig voor de vijandelijke jachtvliegtuigen. Toch moeten we de uitwerking van geweer- en mitrailleurvuur van den grond niet onderschatten. In Mavors (April 1934) vinden we hierover eenige uit Amerika afkomstige gegevens, waaruit blijkt, dat voor laagvliegende vlgn. geweervuur nog gevaarlijker is dan mitrailleurvuur Kapitein J. D. van der Waall concludeert naar aanleiding van de in R. d'Inf., Aug. 1933, voorkomende bespreking van een artikel over bovengenoemd onderwerp van de hand van Lt.-Kolonel Humberto Garrone van het Italiaansche Leger, dat er meer aandacht dient te worden besteed aan het vuur van geweerschutters op luchtdoelen, een conclusie, welke voornamelijk gegrond is op de door Lt.-Koionel Garrone bekend gestelde uitkomsten van de in Amerika gehouden proeven ter vergelijking van de uitwerking van het afweervuur van het geweer met die van den mitrailleur, welke uitkomsten hieronder worden overgenomen. Vergelijkende proeven van vuren van een sectie infanterie en van een mitrailleur afgegeven op een door een vliegtuig gesleept doel vuur op doel zich bevindend op geringe en groote hoogte geweer 33 102 mitr 18 0.44

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 32