deze bommen gebruikt in combinatie met gasbommen, dan zal het blusschen ernstig worden belemmerd, terwijl een goede kans be staat, dat er bovendien nog een paniek uitbreekt. C. De uitwerking van de aanvalsmiddelen. Cl. Van mitrailleurs. De uitwerking van het mitrailleurvuur moeten we niet over schatten. Hierbij denken we natuurlijk onmiddellijk aan de schiet wedstrijden in 1935 waarbij resultaten werden behaald, die schijn baar niet in overeenstemming zijn met d.z. betoog, dat bij het uitvoeren van een a.i.s. de resultaten van dit vuur vrij klein zul len zijn. Zulks vindt zijn oorzaak in het volgende 1. Bij de wedstrijden waren de doelen stilstaande schijven. De vlieger behoefde tijdens het schieten niet te manoeuvreeren, ter wijl bij een echten a.i.s. het personeel, althans voor een groot ge deelte zal wegloopen om dekking te zoeken. Op de achterblijvende voertuigen zullen de projectielen weinig uitwerking hebben. 2. Bij de wedstrijden hadden de schutters allen tijd om behoor lijk te richten. Enkele schutters losten per run slechts een enkel schot, en dan nog alleen, wanneer ze er zeker van waren, goed gericht te zijn. In werkelijkheid zal men in een run, welke boven dien als regel nog zeer kort is, het doel langer bevuren. Het ver dient aanbeveling bij de volgende schietwedstrijden den schutters op te dragen, slechts één run te maken. M.i. komt men dan de werkelijkheid meer nabij. Behalve van de bovengenoemde factoren hangt het resultaat, dat we met ons mitrailleurvuur bereiken, nog af van de vuur- dichtheid. Een groote vuurdichtheid kunnen we bereiken door een geringe vliegsnelheid, groot aantal mitrailleurs en een groote vuursnelheid. Een theoretische beschouwing leert, dat, vurende met een mi trailleur, met een vuursnelheid van 600 schoten per minuut, en een vliegsnelheid van 60 m/sec. per 6 m. doellengte, slechts één projec tiel treft. Deze berekening, welke we ook aantreffen in het artikel van den Kol. Ilgen in het I.M.T. van 1934 Nr. 8, heeft slechts waarde, wanneer we op een constante hoogte boven het terrein vliegen, hetgeen in werkelijkheid wel nimmer het geval zal zijn. Het desbetreffende gedeelte luidt: Bij den a.i.s. kan het toestel in zoodanigen stand worden gevlogen, dat de as een hoek maakt van 3 tot 6 graden met het horizontale vlak. Deze hoek is o.m. afhankelijk van de belasting van het toestel. Bij een vlieghoogte van 15 meter treffen de projectielen den grond op 300 m. (3° vlieghoek) tot 150 m. (6° vlieghoek) voor het vliegtuig. Het spreekt vanzelf dat hierbij geen sprake is van een vuurbundel. Aannemende een vliegsnelheid van 60 m/sec. bij een vuursnelheid 118

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 36