nabestaanden, in het bijzonder voor je vrouw, die dit alles zoo van nabij heeft meegemaakt en mogelijk getuige is geweest van dit laatste bewijs van plichtsbetrachting en dapperheid. In de jaren, welke je bij de Luchtvaartafdeeling hebt door gebracht, ben je ten volle in de gelegenheid geweest deze beide eigenschappen te toonen. In tijden van tegenslag was jij de onverschrokken vlieger, die het geschokt vertrouwen van jongere collega's wist te herstellen. In je 12'/2-jarige dienst- periode bij de L. A. ben je zelf voor kleine ongevallen niet gespaard gebleven. Door je meesterhand wist je de gevolgen tot een minimum te beperken. Het zou niet in je lijn liggen, thans een opsomming te geven van de feiten, welke je tot een kundig L. A. officier stempelden. Toch moge niet onver meld blijven, dat jij één der eersten was, die zich in Indië voor opleiding tot vlieger beschikbaar stelde. Reeds als jong vlieger werd je bestemd om op te treden als instructeur. Dat je als zoodanig voldeed, getuige je latere benoeming tot hoofd van de vliegschool. Daarna ben je nog 3 jaren als commandant van den vliegdienst bij de L. A. werkzaam geweest. Einde 1932 keerde je naar de infanterie terug, om je ge schiktheid voor den hoogeren rang te kunnen behalen. Hoe je bij dit wapen je taak opvatte, blijkt uit je optreden, dat je helaas het leven heeft gekost. Je vrouw, die je zoovele jaren krachtig terzijde stond, ver liest een goed echtgenoot, ons ontvalt een braaf kameraad. Rust zacht, beste Nol. C. W. Andir, 8 Januari 1936.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 3