a.i.s. gebruikt. De Majoor der Artie MAURER zegt hierover in
zijn rapport van Februari 1934, het volgende
Om een idee te geven van de uitwerking van een scherfbom
mogen nog eenige cijfers volgen, welke verkregen zijn bij proef
nemingen met de 8 kg scherfbom in Nederland. Deze bom geeft
280 tot 330 scherven van boven de 5 gram, welke gerekend wor
den uitwerking te hebben binnen een cirkel van 15 m straal om het
trefpunt.
De bij ons in gebruik zijnde scherfbom van 20 kg geeft ongeveer
550 scherven van meer dan 5 gram, terwijl men aanneemt, dat de
bom werkzaam is in een cirkel met 20 m straal. Op dezen afstand
van het springpunt is de scherf dichtheid iy2 a 2 scherven per
vierkante meter.
De aangehaalde proeven hebben betrekking op een bom, welke
loodrecht den grond treft. Bij een a.i.s. waarbij de bom springt
met zijn lengteas vrijwel evenwijdig aan den grond, zal het aantal
werkzame scherven beduidend minder zijn. Aangeteekend wordt,
dat er voor onze L.A. een scherfbom van 12% kg bij wijze van'
proef, wordt aangemaakt.
Thans de vraag moet de waarnemer of de vlieger de bommen
gooien
In het artikel van Kol. Ilgen wordt zonder meer aangenomen,
dat de bommen te allen tijde door den waarnemer zullen worden
geworpen. Ik voor mij zou dit niet als een axioma willen aanne
men, daar in zeer vele gevallen, zoo niet in de meeste, de vlieger
meer resultaat zal bereiken. Het afwerpen van de bommen door
den waarnemer zou ik willen laten geschieden bij een a.i.s. op
lange, rechte, open en overzichtelijke wegen, dus onder de ideale
omstandigheden, die, zooals reeds gezegd, bij ons zelden zullen
voorkomen. De vlieger moet in dit geval op een constante hoogte
boven den weg vliegen, zonder te manoeuvreeren en zich onthou
den van steken en schieten met de voormitrailleurs, zulks ten
122
Slagaanvallen, waarbij bommen van geringe hoogte worden gewor
pen, worden met de 8 kg bom niet uitgevoerd, eensdeels omdat deze
bommen hiervoor niet geconstrueerd zijn, anderdeels omdat men voor
zulke gevallen liever gebruik zal maken van zeer kleine bommen, die
in zeer groot aantal worden neergeworpen. Men is begonnen met 'zeer
kleine bommen van 1 kg, voorzien van een gewone schokbuis, maar
deze voldeden niet, omdat de bommen plat neervielen en niet spron
gen. Toen is opdracht gegeven aan van Heyst om bommen te con-
strueeren met een buis, die in ieder geval de bommen tot springen
brengt, onverschillig in welken stand ze neerkomen. Deze bommen
worden meegevoerd in trommels, waaruit ze 10 bij 10 stuks tegelijk
worden losgelaten.
Het gebruik is aldus gedacht, dat het vlg. eerst met de voormitrail
leurs schietend komt aanvliegen, daarna horizontaal over het doel
heentrekt en de bommen laat vallen, waarna het weer wordt opge
trokken, en dan zeer snel den achtermitrailleur nog kan gebruiken.