einde de taak van den waarnemer zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Dezelfde redeneering geldt voor de aanvallen op vlieg velden, bivaks, enz., dus in het algemeen bij den aanval op doelen, waarbij de vlieger niet behoeft te manoeuvreeren. Wordt de a.i.s. echter uitgevoerd op een bochtigen weg, dan is er geen sprake meer van rustig vliegen op een constante hoogte en met een con stanten koers. Ziet de vlieger, na over een obstakel heen te zijn gekomen, een doel, dan zal hij daar op steken, misschien schieten met zijn voormitrailleurs, op een gegeven oogenblik een bom afwerpen en onmiddellijk daarna weer optrekken. Hij zelf heeft de combinatie, gooien van de bom en manoeuvreeren, geheel in de hand. Niet echter de waarnemer. Afgezien nog van het feit, dat bij het, lang niet altijd voorzichtige manoeuvreeren, de waarnemer links en rechts tegen den mitrailleurring wordt geslingerd, en dus niet zoo rustig kan uitkijken en handelen als de vlieger, kan hij prac- tisch geenerlei invloed uitoefenen op de manoeuvre. Waar de vlieger doelbewust steekt, zal de waarnemer maar moeten afwach ten, wat de vlieger van plan is te gaan doen. Het moment van optrekken is hem niet bekend, en dit zal juist het oogenblik zijn, om de bom te werpen. Gooit de waarnemer de bom, en doet hij dit iets te vroeg, dan komt de bom te kortdoet hij het 1/10 seconde te laat, en verandert de vlieger van koers, dan zal de bom belangrijk ver uitzwaaien, en dus ook het doel missen. Verder is, naar mijn meening, althans bij de CV-vlgn., het uitzicht recht naar voren en bij het steken voor den bestuurder beter dan voor den waarnemer. Ik acht het zelfs niet uitgesloten, dat de vlieger steekt op een doel, dat de waarnemer niet tijdig, of in het geheel niet ziet. Ten slotte speelt, bij het beoordeelen van dit vraagstuk, de snelheid ook nog een rol. Het is zelfs mogelijk, dat, bij het toenemen van de snelheid der vlgn., waarbij ik dan denk aan de CXs, het voor den waarnemer onmogelijk zal worden achterin, met zijn hoofd buiten boord, te gaan staan. En daarmede is dan ook het werpen van bommen door den waarnemer van de baan. Thans nog een woord over het uitvoeren van een a.i.s. op een I.V. Bij een aanval op een I.V. zullen we geen afweer van eenige be- teekenis behoeven te verwachten. De eischen, die ik in het begin van dit opstel heb gesteld aan vlgn., bestemd voor het uitvoeren van een a.i.s., gelden hier niet. Verouderd materieel is voor dit doel nog zeer goed bruikbaar, terwijl de aanval zoo vaak herhaald kan worden als noodig wordt geacht. Het moreele effect zal zeer groot zijn, wanneer tenminste wordt gewerkt met echte bommen. Wil men echter geen .menschenlevens vernietigen, dan lijkt mij het gebruik van gasbommen met traangas of niesgas een ideaal middel om een samenscholing of een opstandige kampong tot de orde te roepen, vooral, indien het een primitief volk betreft. 123

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 41