Bij de kringloopventilatie wordt het koolzuurgas door alkali
patronen geabsorbeerd. Daartoe blaast een ventilator de lucht
in de schuilplaats door de patronen heenook waterdamp uit de
lucht wordt daarbij opgenomen. Het vervangen van de zuurstof
geschiedt door constanten toevoer van perszuurstof of uit de alka-
lipatronen, waarbij deze inplaats van bijtende natron een alkali-
superoxyde bevatten (zie fig. 1). De kringloopventilatie bestaat
dus achtereenvolgens uit wegzuigen van de lucht in een einde
van het vertrek het regenereeren van deze lucht in het besproken
toestel het uitblazen van de ontstane opnieuw bruikbare lucht in
het andere einde van het vertrek en het opnieuw terugstroomen
van deze lucht, onder bijmenging met bedorven lucht uit het
vertrek, naar de zuigbuis van een ventilator.
De koolzuur-opname capaciteit van een alkalipatronenbatterii
kan soms meer dan 50 van het normale verschillen, naar ge
lang van de vochtigheid en temperatuur der passeerende lucht
zij is mede afhankelijk van de hoeveelheid te zuiveren lucht
Is deze gering, dan wordt de batterij niet uitgebuit, waardoor de
koolzuur-constante in het vertrek stijgtis zij te groot, dan wor
den de patronen te veel afgekoeld, en binden deze daardoor niet
alle koolzuur. De bediening van kringloopinstallaties is dan ook
met eenvoudig, zij zijn in het algemeen duur in aanschaffing en
Het zou te ver voeren verder op de kringloopventilatie en de
berekening daarvan in te gaan, aangezien het bouwen van herme
tisch dichte ruimten als gasschuilplaats een moeilijke en in de
practyk te kostbare eisch is. Wij zullen ons daarom met betrek
king tot deze hermetische ruimten slechts met nog één vraag bezig
houden, n.l.: Hoe lang kan men onder volledige afsluiting van de
Fig. 1 (Kringloopventilatie)
V ventilator
K kalipatronenbatterij
Z zuurstofflesch
Fig. 2
A aanvoerbuis buitenlucht
F luchtfilter
O-O aflaatopeningen
V— ventilator