drukverlaging kunnen ontstaandeze dient gecompenseerd te
worden. De koolzuur constante wordt op 2 aangenomen.
Substitutie van e.e.a. in de formule geeft
L 0.7 n
K 0,02
Lk 35. n liter p. min.
d.w.z. per persoon p. min. moeten 35 liter worden aangevoerd,
wil het koolzuurgehalte niet boven de 2 stijgen. Zou men alleen
met betrekking tot het zuurstofverbruik ventileeren, (20 liter p.
persoon p. min.) dan laat de daaruit volgende koolzuurconstante
zich als volgt berekenen
t 9n 0,7 n
L 20. n
c
alzoo c 0,035, of 3,5
Zooals bekend, worden 3 tot 4 koolzuur in de inademings-
lucht door een rustenden mensch uren lang verdragen, en indien
de ruimte niet buitengewoon klein is, kunnen uren verstrijken al
vorens zich een zoo hoog koolzuur percentage instelt. Men zal
dan ook vaak met een ventilatie van 20 liter/man/min. kunnen
volstaan.
Het is uiteraard van belang te weten, na hoeveel tijd zich het
constante koolzuur percentage voor een ruimte van bepaalde
grootte instelt, wanneer v het specifieke volume p. persoon, en l
de specifieke ventilatie p. persoon is. Voor den aanlooptijd Zk
in minuten geldt de volgende betrekking
Geproduceerde koolzuur Zk X 0,7 X n
met de afgewerkte ventilatielucht af
gevoerde koolzuur Zk X c X 1 X n
(-)
Restant koolzuur in de schuilplaats c X v X n-
c X v X n
Z
0,7 n c X 1 X n
c X v
0,7 c X 1
Uit deze formule valt het volgende af te leiden. Is in den noe
mer het product c X 1 0,7, dan wordt eerst na oneindig langen
tijd de koolzuurconstante bereikt. Ook indien het product c X 1
slechts weinig kleiner is dan 0,7, wordt de tijd Zk zeer groot.
Zou men ventileeren met 1 20 l/min./pers. dan wordt een kool
zuur gehalte van 3,5 zelfs nooit bereikt, aangezien 0,7 0,035 X
20 0 is. Een gehalte van 2% koolzuur zou zich bij gelijktijdige
ventilatie instellen na
0,02 X 1000
Zk 0,7 - 0,02 x20 mm'
Daarbij is de specifieke ruimte v op 1000 liter aangenomen,
zulks op grond van het volgende Men rekent gaarne met dit
129
k
Zu