redig hoogere luchtoevoer vereischt. In enkele gevallen is dit van belang b.v. bij commandoposten, om de bezetting ook bij hoogere temperaturen zooveel mogelijk fit te houdenoverigens moet steeds worden bedacht, dat een gasbeschermingsruimte slechts dient om accuut levensgevaar te ontgaan, zoodat het er betrek kelijk minder op aan komt of er een meer of minder aangename temperatuur en vochtigheidstoestand heerschen. Door ventilatie, convectie en straling wordt warmte afgevoerd, zoodat naast de quantiteit der ventilatie de aard van het gebouw en de ligging daarvan mede invloed uitoefenen. Een temperatuur boven 30° moet zooveel mogelijk worden vermeden, aangezien de luchtverzadiging, zooals reeds eerder opgemerkt, een ontoelaatbare waarde aan absolute vochtigheid bereiken kan. Bij koel weei en wanneer de wanden van de ruimte koud zijn, speelt de tempeiatuur een minder belangrijke rol, omdat de vochtverzadiging der lucht minder gemakkelijk een hinderlijke waarde bereikt. Een groot deel van het uitgeademde vocht condenseert dan tegen de wanden en vloeit naar den bodem. Bij proeven in o.z. booten was het verblijf in de boot b.v. nog zeer dragelijk bij een binnentemperatuur van 32° C, wanneer daarbij de boot 's winters in koud water lag, zoodat- tegen de koude wanden veel waterdamp condenseerde. Welke ventilatie is noodig om, niettegenstaande de steeds voor komende ondichtheden der ruimte, daarin een overdruk te ver wekken en in stand te houden Als ideaal geldt, dat de luchthoeveelheid, welke voor de physio- logische voorwaarden noodig is, voldoende is voor de vorming en de instandhouding van den vereischten overdruk. Zou de in standhouding van den overdruk meer luchttoevoer vergen, dan wordt de ventilatie-inrichting duurder in aanschaffing, en even tueel het verbruik van materiaal in het filter, grooter. Men komt in het algemeen goedkooper uit, wanneer men de ruimte zoodanig afdicht, dat de genoemde voorwaarden worden benaderd. Het schaadt daarbij niet, wanneer de ruimte méér afgedicht is dan vereischt, omdat dan slechts een ietwat hoogere overdruk ontstaat, welken men desgewenscht kan regelen. Is echter een overdi uk in de ruimte wel noodig? Dit wordt somtijds ontkend omdat bij zorgvuldige afwerking door diffusie slechts zoo weinig gifgas zal binnendringen, dat eerst na vele uren een onaangename con centratie in de ruimte zal ontstaan. Daarbij wordt de z.g. natuur lijke ventilatie t.g.v. temperatuursverschillen in en buiten de ruim te verwaarloosd. De natuurlijke ventilatie van een gebouw ontstaat zoodra een verschil in temperatuur optreedt tusschen de lucht in en die buiten het gebouw. Verwarmde lucht wil opstijgen, omdat zij tengevolge van de uitzetting soortelijk lichter is geworden. Is de temperatuur in het gebouw hooger dan die daarbuiten, dan zal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 49