gesteld a.h.w. één massief blok strijders vormenmet de in deze slagorde opgestelde troepenmacht werd het gevecht aangegaan door haar tegenover den vijand te plaatsen om dan met een fron talen stoot op dezen in te gaan. Men zal moeten toegeven, dat bij deze strijdwijze voorzeker initiatief van de onderaanvoerders niet van noode was, in het raam van deze tactische methode was ini tiatief zelfs ten eenenmale uitgesloten. Hier werd slechts blinde gehoorzaamheid en slaafsche opvolging van de bevelen geëischt. Wagen wij den grooten sprong van HANNIBAL en VARRO tot FREDERIK DE GROOTE, ook dan nog zien wij, dat in de strijdwijze van de 18e eeuw voor de ontplooiing van het initiatief bij de onderaanvoerders geen plaats was, dat de tactiek van dien tijd daaraan nog evenmin behoefte had als een kleine 2000 jaren daarvoor. In FREDERIK DE GROOTE's linietactiek immers werd de geheele troepenmacht in twee liniën opgesteld, somtijds met een „avantgarde" voor één der vleugels, hetgeen vergeleken kan worden met het „vormen van een zwaartepunt" bij den modernen aanval. In deze slagorde werd nu in den gewonen pas voorwaarts gegaan tot op 300 m van den vijand. Vervolgens werd halt ge houden en werden eenige salvo's op den vijand afgegeven, hetgeen telkenmale werd herhaald, nadat de troepen een 20-tal passen voorwaarts waren gegaan. Op deze wijze werd de vijand bena derd tot op een afstand van 30 pas, waarna tot den stormaan val werd overgegaan en het handgemeen de uiteindelijke beslis sing moest brengen. Vorenstaande korte uiteenzetting moge aan- toonen, dat ook in deze tactiek geen behoefte aan het initiatief bij de ondercommandanten bestond. In het NAPOLEONTISCHE tijdperk ontstond de zg. colonne tactiek, waarbij één zesde gedeelte van de sterkte per bataljon bestemd werd voor het tirailleurgevecht, terwijl de overige troe pen in een colonneformatie werden opgesteld. Ten gevolge van de veel voorkomende desertiën, waartoe deze formaties alle gelegen heid boden, kwam men na 1806 echter weder terug tot de oude massaformaties, welke teruggang op tactisch gebied echter met bloedige verliezen werd betaald langzamerhand kwam het ge weervuur meer en meer tot waardeering en begon men tactische vormen aan te nemen, die hiermede in overeenstemming waren. Tevens deden onder NAPOLÉON tot op dat tijdstip ongekend groote legermachten hun intrede op het slagveld en werd, mede door de groote mobiliteit en manoeuvreervaardigheid, welke de veldheer van zijn troepen eischte, het operatieterrein aanzienlijk verruimd. Waren dus hierdoor alleszins de factoren aanwezig, waardoor het initiatief van de ondercommandanten tot zijn recht had kunnen komen, het alomvattend en beheerschend genie van NAPOLÉON voorkwam dit; in zijn school bestond maar één wil en slechts één regelende geest: die van NAPOLÉON. Typeerend in 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 54