dit verband is een brief van den veldheer, dateerend uit den veld tocht van 1812, waarin hij schrijft„Dans ce métier et sur un si grand théatre on ne réussit que par un plan bien établi et qu'avec les éléments bien d'accord. II faut done bien établir les ordres et ne faire ni plus ni moins que ce qu'on dit, sürtout pour ce qui est un mouvement combiné." Ook onder diè omstandigheden demonstreerden zich de nadee- lige gevolgen van het systematisch uitschakelen van het initiatief van de ondercommandanten: de veldtocht van 1815 geeft ons hier omtrent twee frappante voorbeelden. De legers van WELLINGTON en BLÜCHER, aan Frankrijks Noordgrens in BELGIË opgesteld, vormden in 1815 voor den keizer de ernstigste bedreiging. Zooals gewoonlijk trachtte NAPO LÉON door een snellen opmarsch de vereeniging van beide legers te voorkomen ten einde deze afzonderlijk te verslaan. Het ge lukte den keizer inderdaad de vereeniging van de beide legers te verhinderen en 16 Juni viel NAPOLÉON met zijn hoofdstrijd krachten BLÜCHER bij LIGNY aan, terwijl maarschalk NEY, die met 40.000 man WELLINGTON zou verhinderen zich met BLÜCHER te vereenigen, bij QUATRE BRAS in gevecht was met de Engelschen. Ware het NAPOLÉON gelukt BLÜCHER te slaan en verder van WELLINGTON af te dringen, dan zou ook vermoe delijk het lot van het Engelsche leger spoedig zijn beslist. Tijdens het gevecht bij LIGNY naderde het onder de bevelen van den maarschalk NEY staande korps ERLON, ter sterkte van 20.000 man, het gevechtsveld bij LIGNY op zoo korten afstand, dat het korps slechts had door te stooten om den rechtervleugel van BLÜCHER geheel te omvatten. Door deze actie zou het ge- heele Pruisische leger volkomen afgesneden worden van de troe pen van WELLINGTON, waardoor de toch al wankele positie van de Duitsche troepen waarschijnlijk in een volslagen nederlaag zou zijn veranderd. Op onverklaarbare gronden deed ERLON echter niets. Hij verwijderde zich verder van den maarschalk NEY, marcheerde tot het invallen van den nacht en was ten slotte niet in staat NEY te helpen, die voor den druk van de Engelschen had moeten wijken. BLÜCHER wist door geforceerde nachtmar- schen aan den greep van NAPOLÉON te ontkomen en was daar door in staat den 18en Juni de beslissing te brengen, die NAPO LÉONS nederlaag ten gevolge had. Merkwaardig is het, dat waar VON CLAUSEWITZ in zijn werk „Vom Kriege" den veldtocht van 1815 critisch bespreekt en hij de gedragingen van het korps ERLON in beschouwing neemt, opmerkt, dat het korps ERLON inderdaad den volkomen neder laag van BLÜCHER had kunnen bewerkstelligen. Maar, voegt VON CLAUSEWITZ er aan toe, vóór dat de melding van de aan wezigheid van het korps ERLON aan NAPOLÉON had kunnen plaats vinden en het bevel van den keizer om de Pruisen aan te 137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 55