gevechtsvormen toe te passen. Zoo werd de stormaanval niet meer
uitgevoerd door gesloten eenheden doch door titrailleurlinie's,
waarin achtereenvolgende gesloten afdeelingen zich oplosten en
deze verdichtten. Dit betoonde, ingrijpende initiatief, door de om
standigheden volkomen gewettigd en door de ideeën van VON
MOLTKE in vredestijd reeds voorbereid, geeft een beeld van een
„gezonde" tactische scholing van het toenmalige Pruisische aan
voerderskorps.
Merkwaardigerwijze werd de ervaring van dezen oorlog niet
in de voorschriften verwerkt vooral de vrees voor de vermen
ging van verbanden, welk euvel bij toepassing van deze tactische
methode niet kan worden voorkomen, was hiervan een der voor
naamste redenen met het gevolg, dat in 1870 zoowel de Fran-
sche als de Pruisische infanterie met verouderde voorschriften
ten strijde trokken; Pruisen met het reeds eerder genoemde voor
schrift van 1847, Frankrijk met een reglement van 1869, waarin
echter nog alle kenmerken van de linietactiek aanwezig waren.
Deze nalatigheid werd uiteraard in den oorlog gestraftbloedige
verliezen, vooral in den aanvang van den oorlog, waren er het
gevolg van. Hoewel in Augustus 1870 een gewijzigde herdruk
van het reglement van 1847 verscheen, deed de invloed van dit
nieuwe voorschrift zich in het verloop van den krijg nog weinig
gevoelen.
Was dus de scholing der troepen in 1870 niet op de hoogte
van haar tijd, daar stond tegenover, dat door een juist begrip
en een goede toepassing van het initiatief van de zijde van de
Pruisische ondercommandanten eenerzijds en door de voortdu
rende traagheid en het gebrek aan initiatief van de Fransche
aanvoerders anderzijds, de Duitsche legerleiding onophoudelijk
groote successen op haar tegenstander wist te behalen. Echter
moet worden erkend, dat het voortdurend aansturen op ontwik
keling van het initiatief van alle ondercommandanten ongeacht
den rang, zooals zulks in de jaren 1866 1870 door het Duitsche
legercommando geschiedde, het gevaar van overdrijving in zich
sloot, een gevaar, dat zich tijdens den veldtocht ook duidelijk liet
onderkennen. De ongebreidelde drang tot het nemen van initiatief,
waardoor maatregelen door de ondercommandanten werden ge
troffen, welke geenszins strookten met de voornemens van de
hoogere leiding, hadden voor de Duitsche legers de rampspoedigste
gevolgen kunnen hebben, indien de Fransche aanvoerders slechts
tijdig de hun geboden kansen om den vijand te verslaan hadden
onderkend en aangegrepen. Het is in hoofdzaak bovengenoemde
weifelende houding van de Fransche bevelhebbers geweest, welke
het „te veel" aan initiatief aan Duitsche zijde niet een wapen in
de hand van den tegenstander is geworden
Een enkel voorbeeld moge hieronder volgen om e.e.a. nader toe
te lichten. Hoewel de Duitsche legerleiding in 1870 had berekend,
140