sommige punten terugviel op verouderde vormen in het aanvallend
gevecht; de „stoottactiek" bleek nog niet geheel en al verdwenen.
Een en ander leidde tot het voorschrift van 1904, dat echter
slechts in hoofdzaak „aanwijzingen" voor de onderaanvoerders
bevatte Vrijwel alles wat het gevecht betrof werd hierin over
gelaten aan de ondercommandanten; groepeering, frontbreedten,
diepte, uitvoering van den stormaanval alles werd afhan
kelijk gesteld van de omstandigheden en moest geschieden op bevel
van den commandant. Hier zien wij dus weder de schaal naar den
anderen kant overslaan, en werden de principieelste zaken aan het
initiatief van de ondercommandanten overgelaten. Van overwe
genden invloed bij de tot standkoming van dit voorschrift zijn wel
de ervaringen uit den Boerenoorlog geweest met name de groote
rol, welke het uitnemend gerichte vuur van de Boeren in dezen
strijd heeft gespeeld.
Alvorens een korte beschouwing te wijden aan de tactische in
fanterie voorschriften, waarmede de Franschen in 1914 den oor
log ingingen, willen wij in het kort nagaan, hoe de infanterie-
tactiek zich in den loop der jaren bij de Duitschers heeft ontwik
keld.
Bij het „Exerzier-Reglement für die Infanterie" van 1888/89
werd de groote beteekenis van het vuur op het gevechtsveld ten
volle erkend. De verspreide orde was dientengevolge de hoofd-
strijdvorm voor de infanterie geworden, waarnaast de gesloten orde
alleen nog voor reserve- en ondersteunings-afdeelingen werd ge
bezigd. Het voorschrift kenmerkte zich in het bijzonder door het
verwerpen van alle starheid in de gevechtsvoering, door een
welbewusten aanvalsgeest en door het openlaten van vele mogelijk
heden tot vrijheid van handelen van de ondercommandanten. De
ervaringen van den Russisch-Japanschen Oorlog gaven den tactici
opnieuw aanleiding de bestaande voorschriften te toetsen aan de
werkelijkheid van het slagveld. Hieraan dankte het voorschrift
van 1906 zijn ontstaan, waarin nauwkeurig de gedragsregels wer
den voorgeschreven omtrent den aanval. Het inzetten tot den
stormaanval werd overgelaten aan het initiatief van de comman
danten in de voorste linie, zoodra deze den indruk hadden verkre
gen, dat de vijand „stormrijp" was, dan wel kon het sein tot dezen
laatste phase worden gegeven door meer achterwaarts optredende
commandanten. Dit voorschrift erkende eveneens als het vorige
de groote vrijheid van handelen van de ondercommandanten om
door een juiste keuze van middelen het doel te hereiken.1)
Ten slotte nog een enkel woord over het Fransche voorschrift
van 1914, een voorschrift dat geboren is uit noodzaak om het
verwarring stichtende reglement van 1904 door iets beters te ver-
Zie voorts hoofdstuk IV: Initiatief en discipline.
144