vangen. Uit het „Rapport justificatif", waarmede dit voorschrift aanvangt, vermelden wij: „Les principes fondamentaux du reglement du 3 décembere 1904: „Développer l'esprit d'initiative et de decision a tous les degrés de „la hiërarchie; obtenir plus de souplesse et de rapidité dans les „evolutions, une élasticité et une variété plus grande dans les „formations de combat" n'ont rien perdu de leur valeur „La question de la revision de ce reglement ne se serait done „pas posée si la pratique de prés de dix années n'avait montré „clairement la nécessité d'en préciser les méthodes d instruction ,,et les procédés de combat pour permettre aux cadres inférieurs de „faire un meilleur usage de l'initiative qu'il leur a si largement „accordée. „Cette initiative a déterminé dans les corps de troupes une „activité qui a certainement contribué a augmenter les qualités „manoeuvrières de l'infanterie. II ne saurait etre question de la „restreindre. Outre qu'elle constitue un puissant moyen d instruc tion, elle garantit Taction du commandement sur le champ de „bataille. ,,Mais, précisément pa ree que cette initiative est le premier ac teur du succès, elle doit être orientée d'une facon précise et „même stimulée. En temps de paix, c'est au moyen d'exercices dont „ils prennent personellement la direction que les supérieurs hièrar- „chiques développent l'initiative de leurs subordonnés. II appar- ,"tient au reglement de fixer trés nettement les principes qui doivent „présider a Torganisation de ces exercices". Hoezeer dus de waarde van het initiatief van de ondercomman danten werd erkend, toch vindt men aan den anderen kant in het voorschrift een uitgesproken initiatiefbeperking, zich uitende in een minutieuse omschrijving van de plichten van de ondercomman danten, van den brigadecommandant tot den sectiecommandant toe. Hoewel in het bijzonder de nadruk werd gelegd op de waarde van den aanval het „offensive a outrance" en de „attaque bru tale" toch was het voorschrift niet vrij van starheid. De geest, welke uit de nieuwe voorschriften sprak, was dus ten opzichte van 1870 volkomen gewijzigd; de passiviteit van 1870 had plaats moeten maken voor een overdreven neiging tot het offensief; aan het initiatief van de ondercommandanten werd zeer veel waarde ge hecht, terwijl elders weer te veel starheid in de voorschriften tot uiting kwam den gulden middenweg heeft Frankrijk met kunnen vinden. De grenslagen in 1914 zouden aantoonen, dat in vele opzichten het doel was voorbij gestreefd. Zoo stond het dus met de tactische opvattingen, toen in 1914 de groote wereldbrand uitbrak, et alors ce n'est pas un „fusil nouveau, ce n'est pas un canon perfectionné qui apparais- ,'sent- c'est une éclosion formidable ininterrompue d'engins diabo- 145

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 63