vond zich dien dag met zijn onderdeel om 10.30 vom. één km.
N. W. van VILLERS AUX ERABLES.
De compagnie van den luitenant THOVERON behoorde tot het
reservebataljon van het regiment en had des morgens om 4.20
dicht opgesloten met de voorbataljons achter een vuurwals, met
succes twee sprongen uitgevoerd. Om 7.45 vom. was het regiment
wederom voorwaarts gegaan voor het uitvoeren van een derden
sprong, daarbij door vrij zwak artillerievuur ondersteund. Bij
dezen sprong bood de vijand hevigen weerstand, terwijl het con
tact met de eigen artillerievuren nagenoeg verloren ging. Het
gevolg was dan ook, dat de voorwaartsche beweging van het regi
ment om 9.30 vom. tot staan kwam. Links bevond zich het 3e
bataljon in de bosschages van den nauwen doorgang tusschen
VILLERS AUX ERABLES en het bosch van MOUETTES, rechts
streed het 2e bataljon met de vijandelijke bezetting van MË-
ZIÉRES. Op dit oogenblik ontving de luitenant THOVERON op
dracht om zich met zijn compagnie, waaraan toegevoegd twee
secties mitrailleurs door de bedekte terreinen N. van VILLERS
naar voren te begeven ten einde de bezetting in den Oostrand
van dit dorp in den rug aan te vallen. THOVERON trof bij het
doorschrijden van het park van het kasteel van VILLERS een
onbeheerd staande mortier STOKES met munitie aan, dien hij
liet medevoeren. Aan den rand van het bedekte terrein gekomen,
bemerkte hij, dat de kogels, die de straten van VILLERS onveilig
maakten niet uit de laatstgelegen huizen van het dorp kwamen
doch uit een meer Oostelijk gelegen boomgaard, welke zich op
een hoogterug West van MËZIÊRES bevond. Onverwijld besloot
THOVERON de door hem ontvangen opdracht, die blijkens den
aangetroffen toestand op onjuiste of veroudere gegevens berustte,
eigener initiatief te wijzigen. Het medegevoerde mortier en de
twee sectie's mitrailleurs werden ijlings in stelling gebracht om
den vijand onder vuur te nemen, waarna hij, oogenblikkelijk het
succes van zijn vuur uitbuitende, met de compagnie in colonne
formatie voorwaarts rukte en de bezetting van den boomgaard
gevangen nam. Het door den luitenant THOVERON ontwikkelde
initiatief, zich uitende in de bovenvermelde daden, had tot gevolg,
dat de aanval van de divisie slechts weinig vertraging ondervond
en spoedig kon worden hervat.
Als voorbeeld van initiatiefbetoon van wijder strekking willen
wij vermelden het optreden van den generaal VON KLUCK, com
mandant van het Ie Duitsche Leger. In de periode van den op-
marsch van de Duitsche legers tot aan den slag aan de MARNE
heeft deze aanvoerder driemaal achtereen van zijn recht van ini
tiatief gebruik gemaakt op zoodanige wijze, dat deze gevallen
alleszins vermeldenswaard zijn
Op den 29en Augustus 1914 had VON KLUCK zich, ingevolge
de ontvangen opdracht, georiënteerd naar het Z. W. op den rech-
149