Slechts met zeer veel moeite kon De Duitsche Leger leiding VON KLUCK tot rede brengen.3) Ziet hier drie daden van initiatief, door een commandant van een leger in 8 dagen tijds, vertoond. Men zij echter voorzichtig, dit ongebreidelde initiatief van VON KLUCK, dat in feite tot drie maal toe een opzettelijke ongehoorzaamheid aan de ontvangen bevelen beteekende, in ieder opzicht te verheerlijken Wij ver wijzen voor de beteekenis van dit initiatief naar onze hiernavol gende beschouwing in hoofdstuk VI. Slechts enkele voorbeelden hebben wij hier aangehaald. Bij het bestudeeren van de krijgsgeschiedenis echter, ontmoet men onophoudelijk gevallen, waarin het initiatief van de ondercomman danten een belangrijke rol heeft gespeeld. Niet in het minst in den oorlog buiten EUROPA, waarbij wij een figuur als VON LETTOW VORBECK wiens naam voor eeuwig roemrijk is ver bonden aan de geschiedenis van Z. O. AFRIKA slechts in de herinnering van onze lezers willen oproepen. Maar ook even tal rijk zijn de gevallen in de krijgsgeschiedenis dat het ontbreken van een juiste opvatting betreffende het betoonen van initiatief aanleiding gaf tot „versaümte Gelegenheden" (BOTHA Z. W. AFRIKA, ETHE-VIRTON, enz.), ja, soms zelfs tot de rampspoe digste gevolgen (RENNENKAMPF bij TANNENBERG). Hoe het verkeerd toegepaste initiatief schier altijd tot échecs leidt, zagen wij reeds in het geval VON KLUCK, waarvan de na-geschiedenis ons allen bekend iseen na-geschiedenis, waarin de droeve figuur van den luitenant-kolonel van den Duitschen Generalen Staf VON HENTSCH2) een nog sprekender bewijs levert van een onjuiste waardeering van het recht van initiatief. (wordt vervolgd). 1) Zie in dit verband ook„De kunst van ongehoorzaam zijn" van den Kolonel J. DORMAAR. (Extra Bijlage I.M.T. bij Nr. 11). 2) Zie o.a. het O.N.I.O.V. Nr. 11, jaargang 1933 blz. 479. 151

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 69