marcheerd, zal de divisie in den morgen van 15-12-35 op het terrein van actie aankomen. De vijand. In den laten namiddag van 12-12-35 bevindt de vij. zich 10 km Z.O. van BUITENZORG. De vij. ging aldaar tot legering over. Afstand tot RAWATINDOENG 10 32 6 48 km, een afstand te groot om in één dag af te leggen. Het ongunstigste geval in beschouwing nemende, n.l., dat gedu rende den nacht wordt afgemarcheerd, hetgeen niet waar schijnlijk is, gezien het late uur waarop tot legering werd overgegaan, zal 's vij. hoofdmacht op zijn allervroegst in den middag van 14-12-35 nabij RAWATINDOENG in actie kun nen komen. Met de vooruitgeschoven vij. af deelingen, vermoedelijk lt. tpn. eventueel met inf. op auto's en pantserwagens is het eenigszins anders gesteld. 12-12-35 te 16.30 waren zij in op- marsch uit BUITENZORG in de richting PAROENG. Het is mogelijk, dat deze afdeelingen nog tot het invallen van de duisternis doormarcheeren. Dit maakt eenig verschil, v.w.b. het tijdstip en de plaats, waar morgen (13-12-35) het eerste contact met den vij. zal worden opgenomen. Aangezien de afstand BUITENZORG PAROENG 32 km bedraagt, is het zeer wel mogelijk, dat wordt doorge marcheerd naar PAROENG. Waarschijnlijk is ook dit niet, aangezien de afstand tot 's vij. hoofdmacht dan wel zeer groot wordt. De det. cdt. zal echter met het ongunstigste geval rekening moeten houden. Het terrein. Marschweg goed. Z. van KEBAJORAN, O. van den marsch- weg een evenwijdig loopend paardenpad (later karreweg), W. van den marschweg een evenwijdig loopende karreweg. Een zeer geschikt punt om het eigen det. vertraging op te leggen is wel de brug over de K. PESANGGRAHAN (1192). Het laat zich dadelijk zien, dat bij een optreden van den vij. de evenwijdig aan den marschweg loopende wegen en paden van zeer veel belang zijn. Tijdstip van den dag. De det. cdt. ontvangt de opdracht te 18.30 het det. moet bij het aanbreken van den dag (13-12-35) afmarcheeren; de det. cdt. zal hiermede bij de bevelsuitgifte rekening moeten houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 82