e. De weergesteldheid. Het is west-moesson. De karrewegen en paardenpaden zijn hierdoor moeilijker begaanbaar. C. Een en ander samenvattend komt de det. cdt. tot de vol gende conclusies 1. Snelheid moet op den voorgrond staanhij mag zich niet laten binden door de vij. wielrijders, doch moet bij een eventueele ontmoeting met kracht den vij. aangrijpen en terugdrijven. De brug over de PESANGGRAHAN moet z.s.m. bezet worden. 2. Rekening moet worden gehouden met het optreden van vij. pantserwagens. 3. 's Vij. hoofdmacht kan op zijn vroegst in den middag van 14-12-35 nabij RAWATINDOENG verschijnen; waarschijn lijk echter eerst in den vroegen morgen van 15-12-35. 4. Een contact met de vij. lt. troepen is reeds spoedig te ver wachten. 5. De eigen div. kan in den morgen van 15-12-35 ingrijpen. 6. Uit ad 5 en ad 6 concludeert hij, dat hij zich in het ongunstig ste geval van den middag van 14-12-35 af tot den morgen van 15-12-35 nabij RAWATINDOENG zal moeten handhaven tegenover 's vij. hoofdmacht. Het meest waarschijnlijk is ech ter, dat hij tot den morgen van 15-12-35 alleen te maken zal hebben met 's vij. vooruitgeschoven lichte troepen, waarbij versterking van deze lichte troepen niet uitgesloten moet wor den geacht. Ad. 2. Het det. bevel voor den afmarsch uit Weltevreden. Wanneer de det. cdt. te 18.30 de opdracht ontvangt zal hij, aan gezien het nog geruimen tijd zal duren alvorens het bevel voor den afmarsch gereed kan zijn, het navolgende „voorbereidingsbevel" schriftelijk per motorrijder doen distribueeren. Det. A., Nr.: 1. WELTEVREDEN, 12-12-35, 18.45. V oorbereidingsbevel. 1. Rekenen op afmarsch morgen 13-12-35, 5.30 richting KEBA- JORAN; niet-gemot. onderdeelen te 5.30 (13-12-35), gemot, onderdeelen m.u.v. Aut. T. te 6.30; B. Tn. motortractie 7.30. 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 83