Cav. 1: 5.00; marschweg langs. Z. zijde bandjir-
kanaal; C. Cav. 1. laat éen k.- en eén km.
groep achter bij brug DJATI 1 (zie margine);
Inf. XIV: 5.12 (over KEBONSIRIH);
Det.St.: 6.10 (over TANAHABANG); stelt zich
voorloopig op bij station TANAHABANG en
neemt zijn plaats in de colonne in, zoodra M. 1
gepasseerd is;
Inf. XI: 4.50 (langs Z. zijde bandjirkanaal, sluit
nabij brug op achter Det.St.).
sluiten op achter Inf. XI.
Inf. XII I
c. C. Inf. XI zal, rekening houdende met het
vorenstaande, den afmarsch van de korpsen te
MEESTER-CORNELIS regelen.
d. C.M. 1 draagt zorg, dat de beide sien. 12.7
tijdig bij brug DJATI 1 aanwezig zijn; de cdtn.
melden zich aldaar bij C. Inf. XIV en C. Cav. 1.
e. C. sie.Pi. meldt zich bij C. Inf. XIV voor het
vragen van orders voor den afmarsch;
C. A. I Hw. regelt den afmarsch van marsch-
groep 2; marschgroep 2 zal zich sprongsgewijze
verplaatsen achter marschgroep 1.
g. Rusten: voor marschgroep 1 te 7.00 en 8.00;
verdere rusten worden nader geregeld; eerste
rust van 7.00 7.10, tweede rust voor marsch
groep 1 van 8.00 8.10, marschgroep 2 van
8.00 8.05. Verdere rusten voor marschgroep 1
worden nader bekend gemaakt.
Verkenning en beveiliging.
Cav. 1 (min 1 k. en 1 km. groep) -f 1 sie. 12.7
verkent a cheval van den marschweg, opdracht:
vaststellen of brug over PESANGGRAHAN be
zet is, zoo niet: dan den vijand beletten zich van
deze brug meester te maken.
Artillerie.
C. A.I Hw. treft maatregelen om gedurende den
marsch de voorhoede z.s.m. steun te kunnen ver-
leenen.
Luchtafweer en afweer paun.
Pel. 12.7 (min 2 sien) beveiligt de colonne:
1. tegen luchtgevaar bij het overschrijden van
groote open weggedeelten;