Vervolgens nam overste Steinmetz het woord en sprak eerst in het Nederlandsch, daarna in het Maleisch de volgende rede uit. „Dames en heeren genoodigden, officieren, onderofficieren en minderen van het Vie Bataljon Infanterie." Het uitreiken van dit vaandel valt ongeveer samen met het 105-jarig bestaan van dit bataljon, dat 4 December j.l. op beschei den wijze in dit garnizoen werd herdacht en zou ook op dien datum hebben plaats gehad, indien een samenloop van omstandigheden niet tot eenige dagen uitstel had geleid. Immers bij Besluit van Z. M. Koning Willem I van 4 December 1830 werd het Vie Bataljon opgericht en gelegerd te SOLO en DJOKJA, de brandpunten van de toentertijd zoo juist beëindig den, 5 jaren lang geduurd hebbenden JAVA-OORLOG. Vele zijn de wederwaardigheden van het bataljon geweest ge durende deze jaren, ja zelfs is het gedurende dien tijd twee malen in de vergetelheid teruggedrongen. Dat was in de jaren '56 en 57, toen het bataljon werd opgeheven, echter slechts gedurende één jaar en gedurende de jaren 1925 t/m 1934 toen het bataljon even eens opgeheven was en eerst 1 Januari 1935 onder zijn tegenwoor- digen commandant wederom in het leven werd geroepen. Vele waren de omzwervingen van het Vie bataljon door ons Nederlandsch-Indië. Was in 1830 de oorspronkelijke legering te SOLO en DJOKJA, in 1835 vinden wij dit bataljon reeds ter Sumatra's Westkust in verschillende garnizoenen in de Boven landen. In 1840 werd het bataljon te PADANG gelegerd, in 1857, na wederoprichting, te SOERABAIA. In 1873 werd het Vie batal jon wederom te PADANG gestationneerd, als reserve voor de op Atjeh ageerende troepenmacht. Daarna keerde het bataljon terug naar Java en werd in 1882 in het CHERIBONSCHE en te BAN- JOEBIROE gelegerd. Hierna kwam het bataljon in 1905 in gar nizoen te Willem I (en tijdelijk te TJILATJAP), in 1915 te Gom- bong en TJILATJAP, waar het tot zijn opheffing in 1925 verbleef. Vele zijn ook de krijgsverrichtingen, waaraan het heeft deelge- genomen. Reeds in 1837 had het bataljon onder commando van Majoor Baron de Sturler een belangrijk en roemrijk aandeel aan de beëindiging van den bloedigen Padri-oorlog ter Sumatra s West kust, door de verovering van het beruchte BONDJOL op 16 Augus tus 1837, dat gedurende 5 jaren achtereen aan alle belegerings- en berenningspogingen weerstand had geboden. Van 1864 tot 1867 zien wij het bataljon in West Borneo deel nemen aan de onderdrukking van de onlusten nabij SINTANG. In 1872 nam de 2e compagnie deel aan de expeditie naar Celebes. In 1873 nam het Vie bataljon in Atjeh deel aan de bekende ge vechten bij Gigiën. In 1890 vocht het korps eveneens in Atjeh bij EDI, EDI TJOET, BAGOH en OLEH GADJAH. In 1894 maakte het bataljon deel uit van de Lombok-expeditie en dekte de Euro- 176

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 94