Na 60n kort oogenblik kworn or beweging in de gelederen, aan- wijzingen werden gegeven, commando's gehoord de gewapende troepen zouden voor het vaandel defileeren. De gewestelijk militaire commandant stelde zich daartoe met den commandant van het Vie bataljon, met het vaandel tusschen hen beiden in, voor de tribune op. En al spoedig nam het défilé een aanvang. In stramme houding trokken de afdeelingen voorbij de Marine, het zesde bataljon en de 2e compagnie kust- en lucht doelartillerie. De muziek deed haar best. Wat zou dit militair schouwspel geweest zijn zonder muziek. Nog was het gebeuren niet ten einde, want thans was het oogen blik gekomen, dat het vaandel in de gelederen van het Vie bataljon zou plaats nemen. En toen het daar zijn plaats had ingenomen, trok nog eenmaal het Vie bataljon voorbij, de muziek aan het hoofd. De plechtige vaandeluitreiking was daarmede ten einde. De gewestelijk militaire commandant verliet het terrein, echter niet dan na de genoodigden en overige belangstellenden voor hunne aanwezigheid te hebben bedankt; de troepen rukten in. Lang zamerhand keerde de rust in dit gedeelte van Klandasan weer. Alleen de tonen van de muziek werden zoo nu en dan gehoord het Vie bataljon maakte nog een korten marsch door de wijk. En toen ten slotte het bataljon zijn vaandel ten huize van den korps commandant had afgegeven en de compagnieën naar hunne kam pementen waren afgemarcheerd, was aan het militaire schouwspel een definitief einde gekomen. Was het militaire schouwspel ten einde, het programma voor dien dag was nog lang niet afgewerkt. Omstreeks elf uur in den morgen vulde de woning van den korpscommandant zich met een groot aantal gasten. In de voorgalerij stond het vaandel opgesteld, omringd door vele bloemstukken terzijde de officieren, die de gasten ontvingen. En het waren er velen, die het bataljon, in den persoon van den korpscommandant, kwamen complimenteeren. Nadat den aanwezigen een glas champagne was aangeboden, werd door verschillende sprekers het woord gevoerd, waarbij zij de gelukwenschen aan het korps aanboden namens de groep, die zij vertegenwoordigden. Wij hoorden den gewestelijk militair commandant, het hoofd van plaatselijk bestuur, de marine, de artil lerie en de B.P.M., die allen door den korpscommandant werden beantwoord. En als wij de B.P.M. het laatste noemen, dan is het, om te kunnen wijzen op de fraaie zilveren krans, welke door den administrateur namens de B.P.M. werd overhandigd. Dat deze bijzondere attentie op hoogen prijs werd gesteld, behoeft geen betoog. 179

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 97