3. HET VUREN OP VLIEGTUIGEN MET MITRAILLEURS (I). (met een beschouwing over onze richtmethoden en richtmiddelen) door J. P. MOQUETTE, Kapitein der Infanterie. Inleiding. Onder de actieve luchtverdedigingsmiddelen nemen naast de luchtdoelartillerie, de mitrailleurs een voorname plaats in. Wij dienen hier het begrip „mitrailleurs" in ruimeren zin op te vatten, aangezien daaronder behalve luchtdoelmitrailleurs óók begrepen worden onze normale infanteriemitrailleurs, welke geschikt zijn voor de bestrijding van vliegtuigen. In de ondervolgende beschouwingen hebben wij uitsluitend ■onze infanteriemitrailleurs M. 23, M. 14 en M. 12 op het oog, in hun bijzondere taak van afweermiddel tegen vliegtuigen, aan gezien wij, voorloopig althans, nog niet kunnen beschikken over speciale mitrailleurs voor die taak. Ter voorkoming van misvattingen willen wij hier nadrukkelijk vooropstellen, dat het geenszins in onze bedoeling ligt, de bruik baarheid van mitrailleurs als afweermiddel te stellen tegenover die der artillerie, nóch de doelmatigheid van mitrailleurs als zoodanig op den voorgrond te plaatsen ten koste van die der luchtdoelartillerie. Zulks zou dwaasheid zijn, daar de plaats, die elk dezer wapens bij deze taak inneemt, door specifieke factoren wordt begrensd. De gebruiksmogelijkheid van de luchtdoelartillerie wordt door de volgende factoren beheerscht: a) de geringe hoeveelheid, waarover wij beschikken; b) het daardoor slechts beschikbaar zijn voor enkele bepaal de gevallen (objectverdediging) c) het optreden in permanente opstellingen; d) de groote dracht (reikhoog'te) en groote uitwerking van het enkele schot; •e) ook de meest geperfectionneerde vuurleidingstoestellen kun- ken niet verhinderen, dat luchtdoelartillerie machteloos staat tegenover aanvallen van zeer laag vliegende vliegtuigen (groo te hoeksnelheden) en tegenover aanvallen in duikvlucht (zie ook W. J. 1934 blz. 317). 215

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 15