mede ernstig rekening diende te worden gehouden en de nieuwe tactiek der luchtstrijdkrachten bracht nu in vele gevallen de op lossing. Door zéér laag te vliegen, door aanvallen in scheervlucht en door het van zeer groote hoogte neersteken (duiken) op de aanvalsdoelen ontkwam men aan de bedreiging der luchtdoel artillerie, welke daartegen machteloos staat. Bovendien ontkwam men door het vliegen op zeer geringe hoog te ook nog aan eenige andere gevaren: in de eerste plaats is een na dering van op geringe hoogte vliegende vliegtuigen, welke handig gebruik weten te maken van de mogelijkheden, welke het terrein hen biedt, vaak zeer moeilijk en dikwijls pas op het allerlaatste moment te onderkennen; in de tweede plaats ontloopen vliegtuigen op die wijze de bedreiging door jagers van de onderzijde. Wij mogen dan ook stellig verwachten, dat een eventueele tegen stander ruimschoots gebruik zal trachten te maken van deze me thoden; bereikt hij daarmede het voordeel, buiten het bereik te zijn gekomen van de luchtdoelartillerie, hij vervalt daardoor echter in een ander gevaar: hij komt nu binnen het bereik der infanterie- wapens, vooral van de mitrailleurs. Wij zullen thans, aan de hand van het daaromtrent bepaalde in ons V.S. Mitr. Inf. M. '23 (uitgave 1934) nagaan, op welke wijze het bestrijden van vliegtuigen door mitrailleurs geschiedt, waarbij tevens enkele voorbeelden, de toepassing van de richtmethoden en de zich in de practijk daarbij, voorgedaan hebbende moeilijkheden in beschouwing zullen worden genomen. De richtmiddelen. Deze bestaan uit een z.g. kringkorrel en een kringvizier, beiden op een voetstuk op het wapen bevestigbaar; het vizier kan in 2 standen worden geplaatst, waarbij een richtaslengte van 325 mm. voor doelsnelheden van 200 km./uur, en een richtas van 275 mm. voor doelsnelheden van 240 km./uur verkregen wordt ten behoeve van de overeenkomstige voorhouds-afstanden. Door een veerende pal wordt het vizier in beide standen vastgehouden. (Voor de verdere beschrijving moge verwezen worden naar ptn. 210 t/m 218 van het V.S. Mitr.) In verband daarmede moge de bijzondere aandacht gevestigd worden op het gestelde in punt 219; de inhoud komt hierop neer, dat, wanneer de schutter het middelpunt van de kringkorrel (met het daarin gevatte vliegtuig) ziet op den omtrek van den cirkel van het kringvizier, hij daardoor méér dan de maximum-voorhouds-afstand aan zijn wapen geeft voor de vlieg- snelheden van 200 dan wel 240 km./uur (afhankelijk van de ge bruikte richtaslengte). Hieruit zien wij, dat onze richtmiddelen niet berekend zijn op vliegsnelheden boven de 240 km./uur, het geen zeer zeker een groot nadeel mag worden genoemd, gezien de thans mogelijk geworden snelheden der moderne vliegtuigen. 217

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 17