bereik zijn (800 m. schuinen afstand), door te strooien en van een
voorhouds-afstand nul tot aan voorhouds-afstand, welke méér dan
den maximum benoodigden bedraagt, en daarna, zonder het vuur
te onderbreken, terug te strooien tot de minimum waarde van den
voorhouds-afstand 0.).
Deze strooigangen worden z.n. herhaald tot het vliegtuig is
neergeschoten. Onder voorhouds-afstand verstaat men den
afstand, welke door het vliegtuig in zijn baan wordt afgelegd
gedurende den vluchttijd van het projectiel. Dezen afstand moet
men dus met het wapen vóór het te treffen vliegtuig aanleggen,
wil men het raken. De grootte van dezen voorhouds-afstand is
afhankelijk van de snelheid van het doel, den afstand tusschen
wapen en doel, de elevatie welke het wapen tijdens het vuren
heeft, en tenslotte van den naderingshoek (vliegrichting) van het
doel. Willen wij dus de juiste waarde van den voorhouds-afstand
weten, dan moeten wij daarvoor eerst de juiste waarden van
bovenvermelde factoren kennen, of wel de mate hunner invloeden;
dit nu is niet zoo eenvoudig, wij komen daar nader op terug.
Bij de elementaire richtmethode worden deze moeilijkheden uit
geschakeld, omdat men begint te vuren met een veel te kleinen
voorhouds-afstand, n.l. nul, en eindigt met een voorhouds-afstand,
welke grooter is dan de maximum benoodigde; daar tusschen
in ligt ergens gedurende den strooigang de juiste waarde van den
benoodigden voorhouds-afstand. Gaan wij duidelijkheidshalve
even na, wat de bundel van den mitrailleur doet t.a.v. het vliegtuig
gedurende zoo'n strooigang van de elementaire richtmethode, dan
zien wij, dat bij het begin van het vuur de kogels vér achter het
vliegtuig langs gaan (immers, de voorhouds-afstand was daarbij
nul); bij het toenemen van den gegeven voorhouds-afstand tijdens
den strooigang haalt de bundel het vliegtuig in, loopt van achter
naar voren over het vliegtuig heen, passeert dit, en tenslotte vallen
de kogels hoe langer hoe meer vóór het vliegtuig, daar de nu
gegeven voorhouds-afstanden grooter worden dan de benoodigde.
Het vliegtuig bevindt zich dus bij eiken strooigang slechts ge
durende een deel van den totalen tijd van het vuur, in het nuttige
gedeelte van den bundel (zie ook punt 222 V.S. Mitr., waarop wij
nog nader terugkomen).
Het volgende belangrijke beginsel (dat voor alle richtmethoden
geldt), is: De ko-p van het vliegtuig wordt in het midden van de
kringkorrel gevat en daarin tijdens den geheelen duur van het vuur
vastgehouden (Art. 220 V.S. Mitr.). Dit beteekent, dat de richtlijn
voortdurend wordt bepaald door de volgende 3 punten: kop vlieg
tuig, midden kringkorrel en oog van den schutter. Dit zijn alle
drie beweeglijke punten, omdat eerstens het vliegtuig zélf zich
voortdurend verplaatst en voorts zoowel de kringkorrel als het
kringvizier d.m.v. het wapen bewogen worden. Doch hoe deze
drie punten zich ook t.o.v. elkaar mogen bewegen of verplaatsen,
221