volmaakte richtmethode. Ook de inhoud van dit artikel zagen
wij gaarne reeds bij de elementaire richtmethode behandeld.
Keeren wij thans terug tot artikel 221 ad (1). Wij vinden hier
wederom een uiterst belangrijk beginsel vermeld, n.l. het al vu
rende, regelmatig verplaatsen van de kringkorrel (met het steeds
daarin gevatte doel), in de vliegrichting.
De verplaatsing wordt dus geheel beheerscht door de drie-
eischen: le) al vurende; 2e) in de vliegrichting; en 3e) regelmatig-
De voorwaarde ad. le behoeft geen nader commentaar, want het
vuur wordt immers geopend bij een voorhouds-afstand NUL
en moet zonder onderbreken worden voortgezet tot meer dan de'
maximum voorhouds-afstand bereikt is. De voorwaarde ad. 2e is
eveneens duidelijk, want door een verplaatsing van de kring
korrel in de vliegrichting wordt juist bereikt, dat tijdens het vuren
een steeds grootere voorhouds-afstand wordt gegeven en dus, dat
de bundel het vliegtuig inhaalt en tenslotte voorbijgaat.
De 3e voorwaarde echter, n.l. dat de verplaatsing van de kring
korrel regelmatig dient te geschieden, is niet volledig bepaald,
want hierin ontbreekt de factor snelheid. Hierdoor zouden wij de
verplaatsing van de kringkorrel kunnen doen geschieden met
iedere willekeurige snelheid, mits dit regelmatig plaats heeft.
En dat kan niet de bedoeling zijn. Maar wat is dan wel de bedoe
ling, m.a.w. vragen wij ons af, hoe snel dan de verplaatsing van.
de kringkorrel ten opzichte van het kringvizier moet geschieden.
Om hierop het antwoord te vinden, dienen wij ons twee dingen,
goed voor oogen te stellen:
le. De snelheid, waarmede het doel (het vliegtuig) zich door
het luchtruim verplaatst, doet zich voor ieder geval afzonderlijk,,
op een bepaalde wijze t.a.v. den schutter voor.
2e. De schutter is in staat om met iedere willekeurige snelheid,,
en geheel onafhankelijk van de snelheid van het vliegtuig, de
kringkorrel met het daarin vastgehouden doel, te bewegen t.a.v.
het kringvizier. M.a.w.: de schutter kan den afstand van midden
richtraam tot aan den cirkelomtrek van het kringvizier, met zijn
kringkorrel net zoo snel of net zoo langzaam doorloopen als hif
zelf wil (met het doel steeds in de kringkorrel gevat). De vraag
rijst nu bestaat ér eenig verband tusschen de snelheden, genoemd
ad le en ad 2e Naar onze meening ligt het in de bedoeling van
wèl en in dat geval wordt dus de snelheid, waarmede de kring
korrel dient te worden bewogen, zoowel als de richting (zie boven)
geheel bepaald door de snelheid, waarmede de beweging van het
vliegtuig zich aan den schutter voordoet. Alleen op deze wijze
wordt een bepaalde maatstaf betreffende de snelheid van het
strooien voor den schutter verkregen. Bij het vuren op grond
doelen wordt te strooisnélheid precies voorgeschreven, hetgeen
ook noodig is, aangezien door de strooisnelheid de trefferdichtheid
223