van den bundel en daarmede ook de trefkans, wordt beïnvloed. Immers, hoe sneller er in een bepaald geval wordt gestrooid, des te ijler de bundel in dat geval wordt en dus hoe minder trefkans op een bepaald gedeelte van dien bundel wordt verkregen. Dit beginsel geldt natuurlijk even goed voor luchtdoelen wii moeten dus ook daarvoor een maatstaf hebben bij de strooisnel- heden. De elementen, waardoor deze strooisnelheden voor grond doelen worden bepaald, ontbreken echter gedeeltelijk bij het vuren op vliegtuigen en daarom ook lijkt het ons het beste, om de „strooisnelheid" voor luchtdoelen afhankelijk te stellen van de snelheid, waarmede het beeld van het vliegtuig zich voor het oog van den schutter in de overeenkomstige straal van het kringvizier beweegt. Om e.e.a. te verduidelijken nemen wij daartoe ondervol gend voorbeeld Parallelvlucht onder geringe elevatiedoelsafstand 600 m. doelsnelheid 240 km./uur (dus richt-as van 275 mm.) na het openen van het vuur met de elementaire richtmethode, blijft het vliegtuig 5 seconden onder vuurbereik. Wij nemen hierbij aan, dat gedurende dien tijd de doelsafstand niet verandert, hetgeen in werkelijkheid alleen dan mogelijk zou zijn, wanneer het vlieg tuig in een kring om de standplaats van den mitrailleur heen vloog, met een straal van ongeveer 600 m. In dit voorbeeld wordt het vuur dus geopend met de kringkorrel bovenin het richtraam (art. 234). In hoeveel tijd doorloopt nu het beeld van het vlieg tuig, gevat in de kringkorrel, den afstand midden richtraam tot aan den cirkelomtrek van het kringvizier, voor het oog van den schutter De straal van het kringvizier, uitgezet op doels-afstand (zie ook art. 222 ad (2), geeft in ons voorbeeld bij een richt-as van 275 mm. 45/275 X 600 meter 100 meter. Deze 100 meter doorloopt het vliegtuig in ons voorbeeld in ongeever 1% seconde, dus heeft ook het beeld van het vliegtuig in dit geval een dusdanige snelheid, dat de afstand midden richtraam tot aan den cirkel omtrek van het kringvizier eveneens in ongeever IV2 seconde wordt doorloopen. De tijdsduur van één strooigang zou dan in ons geval eveneens IV2 seconde bedragenin dien tijd worden door 1 sectie mitr. verschoten 30 patronen, welke dus regel matig verdeeld worden over 100 meter baan van het vliegtuig. Aan den cirkelomtrek gekomen, moet de schutter nu terug strooien aannemende, dat dit met dezelfde snelheid geschiedt, vordert dit terugstrooien eveneens IV2 seconde, waarna wederom •een strooigang plaats heeft naar den cirkelomtrek toe. In totaal zijn er hier dus 3 complete strooigangen mogelijk geweest, zoodat de totale duur van het vuur 4% seconde duurt. Het vliegtuig heeft in dien tijd een afstand afgelegd van 4V2 X 10 meter ongeveer 300 meter. Per strooigang zal het vliegtuig zich slechts gedurende een klein tijdsdeel in het nuttige deel van den bundel 224

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 24