lijke en voor den aangevallene gevaarlijkste aanvalsrichting
is die in de lengterichting van den marschweg. Het juist aan
vliegen in scheervlucht van een colonne of een onderdeel
daarvan uit de flank is niet zoo eenvoudig.
6. De verliezen, welke door het eigen, op de aanvallers afgegeven
vuur kunnen worden geleden, moeten worden aanvaard. Bij
een indeeling van de afweerwapens en een toegelaten vuur-
richting als aangegeven op de schets, is de kans op ver
liezen m.i. niet groot. In ieder geval is die geringe inzet de
verontzijdiging van een zeer gevaarlijke vliegtuigactie ten
volle waard.
7. Een aanval in scheervlucht op een op deze wijze beveiligde
colonne, wordt een zeer risquante onderneming.
Op deze stellingen berusten de navolgende gedragregels voor
den troep, toegelicht door de bijbehoorende schematische teeke-
ning, aangevende de verdeeling van de met den afweer belaste
wapens in de marschcolonne van 1 Reg. Inf. -|- 1 Afd. Bg.Art.
met B.Tn.
Ik vestig er de aandacht op dat in de schets de 12.7 mitrn. niet
zijn ingedeeld voor den afweer van een eventueelen a.i.s. Tegen
vliegtuigen op scheervluchthoogte is de zwaar kaliber mitr. niet
bepaald noodzakelijk, zoodat het peloton beter kan worden aan
gewend voor den afweer van pantserwagens en voor de bestrij
ding van vliegtuigen op groote hoogte (tot 1500 m.). Ter wille
van de duidelijkheid zijn in de schets de sien. 12.7 mitrn. echter
niet opgesteld rekening houdende met vorengenoemde taak. Het
geheele peloton is opgenomen in de marschcolonne achter het
voorste bataljon van de hoofdmacht.
De voor den troep geldende gedragregels hebben gediend bij
een regimentsoefening, waarbij door een patrouille van 3 vlieg
tuigen uit verschillende richtingen aanvallen in scheervlucht op
de marschcolonne werden uitgevoerd.
A. Gedragregels voor de bedieningen der afweerwapens.
1. Een uitmuntende vuurdiscipline.
2. Voor de opstelling van de afweerwapens in de colonne zie
schets. De voor den afweer bestemde mitrn. en kmm. mar-
cheeren vuurbereid (1 band per gedragen mitr.4 houder-
bakken per km.)
3. Er mag alleen worden gevuurd door de speciaal daarvoor
aangewezen automatische wapens en afdeelingen infanterie
en in de aangewezen vuurstrook (zie schets).
202