taal is geworden, daar wij op dat moment te maken hebben met
een zuivere parallelvlucht (in F van fig. 7). Ook hier heeft dus
de kringkorrel bij het volgen van het doel. een gebogen lijn be
schreven in het kringvizier.
Gedurende het geheele traject van het doel van A tot aan F
in fig. '8, een totaal-afstand van 800 meter, hebben er dus drie
strooigangen plaats gehad. Een doelsnelheid van 200 km./uur aan
nemende, bedraagt in dat geval de totale duur van het vuur 13
a 14 seconden. Dit nu is een geval, dat in de practijk wel hoogst
zelden zal voorkomenhet voorbeeld was slechts aangenomen,
ten einde verschillende factoren 'tfan de elementaire picht-
methode te doen uitkomen. In de practijk zullen wij meestal
slechts enkele seconden in de gelegenheid zijn om een vliegtuig
onder vuur te nemen (bij de in 1934 op het vliegveld Tjililitan
gehouden gecombineerde oefening van de le Mitrailleur-Afdeeling
met de Luchtvaart-Afdeeling, hebben zich momenten voorgedaan,
waarbij door de mitrailleurs slechts 4 a 5 schoten op een vliegtuig
konden worden afgegeven).
Voordat wij thans afstappen van de elementaire richtmethode,
willen wij nog even in het kort de verschillende hoofdbeginselen
dezer methode samenvatten
De elementaire richtmethode omvat het onafgebroken bevuren
van vliegtuigen, zoolang deze binnen schootsbereik zijn. Dit be
vuren geschiedt in z.g. strooigangen, waarbij gestrooid wordt van
een minimum- voorhouds-afstand nul) tot een maximum-voor-
houds-afstand, en terug, terwijl deze handelingen zoo noodig wor
den herhaald. Daartoe wordt het doel gevat in de kringkorrel en
deze met het daarin vastgehouden beeld van het vliegtuig, t.o.v.
het kringvizier in de vliegrichting bewogen (verplaatst), en bij
het terugstrooien in tegenstelden zin. De richting, waarin de kring
korrel moet worden bewogen, wordt aangegeven door het doel-
beeld zelf, dat zich in de kringkorrel bevindt. De snelheid, waar
mede deze verplaatsing dient te geschieden (strooisnelheid) zou
eveneens het beste bepaald kunnen worden door de snelheid,
waarmede het doel-beeld zich t.o.v. het kringvizier verplaatst (dit
is momenteel in het voorschrift nog niet bepaald)Alleen bij zéér
groote hoeksnelheden moet hiervan worden afgeweken en moet
de schutter langzaam en regelmatig strooien (voor die gevallen
ontbreekt dus een maatstaf voor de strooisnelheid wij hebben
daarvoor geen bevredigende oplossing kunnen vinden, misschien
weet één der overige mitraillisten hier iets op te bedenken
Bij de elementaire richtmethode hebben wij wel te maken met
de invloeden der factoren: doelsnelheid, (voor het stellen van de
overeenkomstige richt-as), doelsafstand, en elevatie (de beide
laatste factoren voor de bepaling van het punt van uitgang in het
richtraam, zie ook art. 234). Doch wij hebben niet te maken met
231