Oberkommando der 8.Armee. Armeehauptquartier, 29.8.14. Der Ober bef ehlshaber. In den wenigen Tagen meines Oberbefehls sind von den mir unmittelbar unterstehenden Verbanden wierderholt, selbstvér- standlich in bester Absicht, Einwande gegen meine Anordnun- gen erhobenauch ist die Ausführung meiner Befehle mehr- fach durch Nichtbefolgung oder Durchkreuzung meiner Absich- ten erweitert worden. Infolgedessen lag mitunter die Gefahr eines Miszerfolges an Stelle des nunmehr glücklich erzielten groszen Erfolges vor. Ich weisz, dasz es nur dieses Hinweises bedarf, um in Zukunft derartige Miszverhaltnisse nicht mehr in die Erscheinung tre- ten zu lassen. v. Hindenburg. Generaloberst. An den Königl. General pp. und Kommandierenden General des pp. Met deze aanhaling willen wij dit hoofdstuk besluiten. Niet dat hiermede het onderwerp is uitgeputtalloos zijn de voorbeelden, welke men telkens weer in de literatuur ontmoet, van volkomen gerechtvaardigde daden van initiatief, vaak uitgevoerd in strijd met de ontvangen bevelen, terwijl aan den anderen kant hande lingen van aanvoerders, niet te verdedigen door de omstandig heden met een beroep op het recht van initiatief evenzeer her haaldelijk onze aandacht trekken. Ten aanzien van dit onderdeel van onze studie verwijzen wij echter naar de reeds meergenoemde Extra Bijlage van het I. M. T., behoorende bij nr. 11 van 1934 „De kunst van ongehoorzaam zijn" van de hand van den kolonel der artillerie J. DORMAAR. J) Walter Elze: Tannenberg, blz. 332. 240

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 40