HOOFDSTUK V. De psychologie van het initiatief. De durf verantwoordelijkheid te dragen voor zelfstandig te nemen besluiten in afwijking van de ontvangen opdracht, de nei ging tot het toonen van initiatief, behoort bij de karakter- en tem- peraments-eigenschappen van bepaalde menschentypen. Wil men dus van de onder-commandanten daden van initiatief verwachten, dan is de conditio sine qua non, dat het gemiddelde „psychologi sche" type van den onder-aanvoerder over de gewenschte karak ter- en temperamentseigenschappen beschikt. Het is dus thans de vraag hoe zijn de eigenschappen, welke het toonen van initia tief stellen, psychologisch te formuleeren Beschouwen wij eerst, hetgeen wij onder „karakter" dienen te verstaan. Prof. HEYMANS geeft de volgende definitie van karak ter: Karakter is het geheel van neigingen in den mensch in hun onderlinge krachtsverhouding"1) Hieruit volgt, dat het karakter is te beschouwen als een functie van vele samenwerkende en ook ontbindende factoren, waarvan wij als voornaamste groepen noemen: aanleg, milieu en temperament. Onder „aanleg" verstaan wij de bij de geboorte medegekregen intellectueele eigenschappen, terwijl het „milieu" in dit verband zeer ruim dient te worden opgevat, t.w. ras, klimaat, opvoeding, sociaal milieu, opleiding, enz. Ten slotte is het „temperament" te beschouwen als de resul tante van verschillende physiologische factoren welke op den opbouw van het individu hun aandeel hebben gehad en nog voort durend hun invloed daarop uitoefenen. Het is het temperament, dat juist zijn grootsten invloed zal uitoefenen op het „doen" en „laten" van het individu, het zal zoowel stimuleerend als remmend het optreden van bepaalde karaktereigenschappen kunnen beïn vloeden. Daar het karakter wordt bepaald door zijn waarneem- 241 1) VON CLAUSEWITZ omschrijft het karakter in zijn „VOM KRIEGE" (le Boek, He Hoofdstuk) als volgt„Mit dem Namen der Charakterstarke oder überhaupt des Charakters bezeichnet man das feste Halten an seiner Überzeugung, sie mag nun das Resultat fremder oder eigener Einsicht sein, und mag sie Grundsatzen, Ansichten, augenblicklichen Eingebungen, oder was immer für Ergebnissen des Verstandes angehören Man bezeich net also nur solche Menschen mit dieser Eigenschaft, deren Überzeugung sehr konstant ist, entweder weil sie tief begründet und klar, an sich zu einer Veranderung weinig geeignet ist, oder weil es, wie bei indolenten Menschen, an Verstandestatigkeit und damit an dem Grunde zur Veranderung fehlt, oder endlich, weil ein ausdrticklicher Akt des Willens, aus einem gesetz- gebenden Grundsatz des Verstandes entsprungen, den Wechsel der Mei- nungen bis auf einen gewissen Grad zurückweist." In „Discipline" (O.N.I.O.V. 1933 blz. 198) omschreven wij het begrip als volgt „Karakter, waaronder wij verstaan het vermogen, ook tegenover de groot ste moeilijkheden de wilskracht in daden tot uiting te brengen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 41