naar omstandigheden gewijzigde opdracht, mag dus nimmer het oorspronkelijke plan van den chef uit het oog worden verloren; de voorstelling van den gewenschten gang van zaken, den onder commandant door zijn chef bij de bevels-uitgifte voorgehouden, moet in zijn onderbewustzijn dus levend blijven en een richtsnoer zijn voor zijn denken en doen. Een uitgesproken primair type, dat onder den indruk van den gewijzigde tactischen toestand zich onverwijld op dit nieuwe probleem werpt en alle andere omstan digheden daarbij over het hoofd ziet, loopt dus het gevaar tot onbekookte handelingen over te gaan hij verwaarloost de grond gedachte van de door hem uit te voeren actie. Hij is dientenge volge niet het gewenschte type voor het uitoefenen van een in het plan van den hoogeren commandant passend initiatief. Een zekere mate van secundaire functie kan niet worden gemist. Aan den anderen kant mag de invloed van de secundaire functie echter niet een te groote rol gaan spelen, wil zij de richtige toe passing van het initiatief en de zoo zeer gewenschte besluit vaardigheid niet in den weg staan. Dan immers zal de sterk ont wikkelde secundaire functie tot het gevolg kunnen leiden, dat te lang zal worden getracht aan het oorspronkelijke bevel vast te houden; in het onderbewustzijn zal steeds weder opnieuw de drang naar het vasthouden aan het op andere omstandigheden geba seerde bevel blijven voortleven, waardoor zij remmend kan wer ken op de toepassing van het initiatief op het goede oogenblik. Het gevaar ontstaat, dat men zijn kans voorbij laat gaan. Is dus de secundaire functie noodzakelijk om het initiatief te binden aan de plannen van den commandant, overheerschen mag deze tempara- ments-eigenschap niet. Zoo komen wij dus tot het emotioneele, actieve type met niet te groote secundaire functie het cholerische type, dat zich voor de ontwikkeling van het initiatief het beste zal leenen. Waar Dr. VAN LIENDEN in zijn brochure „Psychologische beschouwin gen over den officier in Nederlandsch-Indië" op grond van het door hem gehouden onderzoek in het algemeen den subalternen officier en vooral den infanterist onder het cholerische type rang schikt, biedt zulks psychologisch gezien voor de juiste toe passing van het beginsel van het initiatief dus goede waarborgen. 2) 243 1) Zie ook Dr. H. J. H. VAN LIENDEN. „Psychologische beschouwingen over den officier in Nederlandsch-Indië" (I.K.V. No. 76), blz. 38 „Maar ondanks activiteit is het mogelijk, dat iemand nog moeilijk een besluit kan uitvoeren, wanneer i.e. nl. zijn secundaire functie zoo groot is, dat een te veel aan voorstellingen het tot stand komen van de voorstelling van beweging tegenwerkt." Prof. HEYMANS„De cholerici wegen en overwegen niet rustig motieven, maar de verbinding der activiteit en emotionaliteit en primaire functie veroorzaakt sterke concentratie, niet op de gegevens maar op de mogelijke reacties; en zoo komen zij veelal tot een snelle en intuïtieve keus tusschen de verschillende wegen, die tot het beoogde doel kunnen leiden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 43