6. EENIGE TACTISCHE OPGAVEN VOOR REGIMENT
EN BATALJON (II)
door
A. J. Th. BOESTER
en
F. H. TER MEULEN,
Kapiteins der infanterie.
(Vervolg van I.M.T. 1936 nr. 2).
De maatregelen en bevelen van den voorhoedecommandant (C.
Inf. XIV).
Aangenomen is, dat Inf. XIV is ondergebracht in het kampement
van Inf. X.
Te 18.50 ontvangt C. Inf. XIV het det. bevel nr. 1, „het voor
bereidingsbevel" (Zie I.M.T. nr. 2 blz. 165 e.v.).
Aangezien het det. bevel voor den afmarsch nog wel geruimen
tijd op zich zal laten wachten en het noodig is, dat de ondercdtn.
de noodige voorbereidingen treffen, geeft C. Inf. XIV zijn adjudant
opdracht, de cie. cdtn., den cdt. van het pel. mitrn., den arts, den
officier van speciale diensten, den gasofficier en de cdtn. G. T. en
B. T. te ontbieden aannemende, dat de officieren in het kampe
ment verblijf houden, zullen zij zich spoedig melden.
Te 19.00 zijn bovengenoemde officieren op het kantoor van den
bat. cdt. verzameld.
C. Inf. XIV deelt hun het volgende mede
„Heeren, zoo juist ontving ik van den reg. cdt. bericht, dat
„gerekend moet worden op afmarsch op morgen 13-12-35, 5.30,
„richting KEBAJORAN.
„B. Tn. marcheeren later af., 6.30.
„Cie. cdtn. en luit. adj. dragen er zorg voor, dat, wanneer
„morgen wordt uitgerukt, de man het soepeten bij zich heeft,
249