Voorts bedenkt de det.cdt., dat het terrein bedekt is en geen terreinafscheidingen biedt, welke zich leenen voor het sprongs gewijze uitvoeren van den naderingsmarsch. Eerst wanneer de hoofdmacht de PESANGGRAHAN moet passeeren, verdient het aanbeveling van de voorhoede te eischen, dat minstens ongeveer de lijn hpt. 47 (1190) S. LEGOSO (1090) bereikt is. Hieromtrent mogen thans nog geen bevelen worden gegeven. Een beschouwing van het terrein aan de hand van de kaart, aangevuld door de gegevens uit de berichten van C. Cav. 1, leert tenslotte, dat het bezit van de houten brug Z. van KAMPOENG- GOENOENG 4 (1291) bij een verdere actie groote voordeelen biedt, terwijl het beloop van de PESANGGRAHAN een optreden van de voorhoede W. van den marschweg niet begunstigt. De det.cdt., die den vh.cdt. heeft ingelicht omtrent de binnenge komen gegevens omtrent vijand en terrein, alsmede omtrent het geen C. Cav. 1 verder gaat doen, dicteert nu, wanneer de voor hoede (spits) te 8.40 uit den Z. rand KEBAJORAN debou- cheert, den vh.cdt. het volgende bevel: 1. De vh. heeft tot taak bij stooten op weerstand aan te vallen. 2. Bij de uitvoering zal het zwaartepunt O. van den marschweg worden gelegd. 3. A.I Hw. zal de vh. rechtstreeks steunen; stellingen worden door C. A.I Hw. bepaald, beschikbare munitie V2 dagvoor- raad. 4. Voor mij is van belang: a. het terugwerpen van vij.afdn. over de PESANGGRA HAN; b. het onvermeld in handen krijgen van de bruggen in den marschweg en Z. van KAMPOENGGOENOENG 4. 5. Mijn cop. in woning districtshoofd KEBAJORAN. Mvbp. 4 wordt niet opgericht; de det.vb. as wordt langs den marsch weg uitgelegd. C. Cav. 1 ontvangt een doordruk van dit bevel. 6. Ter beschikking 7 transportploegen van V3 T.A. x) J) Zie zakboekje I. 10; deze transportploegen worden met een autobus snel aangevoerd. 256

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 56