280 hierop zouden deze luchtschepen worden voorzien van de nieuwste luister apparaten waardoor de plaats van en de afstand tot de naderende vijandelijke vliegtuigen vrij nauwkeurig zal kunnen worden vastgesteld. v.V. Infanterie. Militar Wochenblatt. Nr. IT. M. Braun bepleit in „Der verlorene Haufen" de Infanterie een verdedigings middel tegen vew. te geven, dat in de voorste lijn is te gebruiken, omdat het in moreel opzicht van geen troep kan worden geëischt zich dood te houden en onder den grond te verbergen. Zulks moge een enkele maal in den wereld oorlog zijn vertoond dcor troepen, die reeds alle verschrikkingen van een loopgravenoorlog hadden doorstaan, maar deze handelwijze kan en mag de oplossing niet zijn. „Darum gebt dem Infanteristen der Zukunft eine Tank- büchse in die Hand." b.v. de Halger Ultrabüchse (zie M.W. nr. 26, I.M.T. 1935, blz. 618) of het Zwitsersche Solo-Tankgewehr (kal. 2 cm, gewicht 38 kg., zelflaadwapen, verschiet brisantgranaten en pantsergranaten, met en zonder lichtspoor) Oberst a.D. Von Xylander vervolgt met „Operationen der Nordfront" in het artikel „Italien gegen Abessinien" zijn overzicht over het krijgsgebeuren in O. Afrika. Militar Wochenblatt. Nr. 19. „Neugestaltung der KriegjuhrungDe moderne infanterie is tegenwoordig uitgerust met afweergeschut tegen tanks (Tak) en luchtdoelen (Flak,) machi negeweren, mijn- en granaatwerpers en in verschillende landen ook nog met machinepistolen. Deze bewapening maakt het doorschrijden van de laatste 300 m vrijwel onmogelijk. „Der Infanterist ist Flachfeuerschütze und Steilfeuerschütze, Scharfschütze und schlieszlich auch Nahkampfer. „Waffen und Gliederung der Tankabwehr." De voornaamste wapens tegen vew. zijn het afweergeschut, het tankgeweer en de tankmijn, bovendien kan ook vd.art. mede werken bij het afweren van een tankaanval. Een algemeene eisch voor al de afweerwapens is: krachtigste uitwerking op 200 m voor de voorste lijn der eigen infanterie. De tankgeweren, thans door de wapenfabrikanten aangeboden, schijnen tot op 500 m nog een goede uitwerking te hebben; het tankafweergeschut bereikt een afstand van 1000 m., is ong. 500 m achter de voorste lijn opgesteld, het uitwerkingsvuur kan dus op denzelfden afstand beginnen als dat van het tankgeweer. Rekent men de snelheid van de tank op het gevechtsveld 12 km per uur, dan hebben de afweerwapens 90 sec. (of max. 150 sec. als de tanks tot aan de voorste lijn komen) voor het uitbrengen van hun vuur. Hieruit volgt dat het afweergeschut vuurbereid moet zijn, wil het niet te laat komen. Van het afweergeschut zijn in dien tijd per stuk 10, van een tankgeweer 20 gerichte schoten te verwachten, op een doel van 2 m X 2 m, zoodat 10% treffers niet te onwaarschijnlijk is. Aldus komt men op een frontbreedte van een bat. (1000 m) tot een benoodigd aantal van 3 st. afw.gesch. en 6 tankgeweren, daarbij rekenende op een eerste aanvalsgolf van 33 tanks, waarvan er dus 22 buiten gevecht kunnen worden gesteld. Een inleidende art. beschieting kan echter menig wapen veronzijdigen; hiertegenover stelt S. wel wat simpel het feit dat de aanvaller dan de verrassing prijs geeft. Hoewel een sie. afweergeschut (van 3 st.) in den strijd noodig is voor ieder bat. (ook de bat. in tweede lijn hebben deze wapens noodig), bepleit S. m.h.o.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 80