282 Mavors. December 1935. Kol. der Inf. b-d. R.J. Hoffmann bespreekt op duidelijke wijze: „Het nieuwe Duitsche opleidingsvoorschrift voor de Infanterie", waar ook voor ons vele nuttige aanwijzingen in voorkomen. Uit het artikel „Het Terrein", dat zeer ter lezing wordt aanbevolen en waarbij een suggestief voorbeeld uit den wereldoorlog wordt behandeld, halen we aan „De kunst om de vermaningen en waarschuwingen van het terrein te kunnen lezen is voor den infanterie-ondercommandant (o.i. voor elk militair) onontbeerlijk. De plannen en maatregelen van den vijand blijven hem in den bewegingsoorlog meestal verborgen. Het terrein wijst echter dui delijk aan, waar vij. vuuruitwerking te verwachten is. Wanneer de com mandant deze taal verstaat, doet zij hem de gevaarlijke punten kennen, van waaruit goed geleid mitrailleur vuur te verwachten is, dat zijn aanval in bloed zal kunnen doen verstikken Op grond van zorgvuldige terrein verkenning kan hij een besluit nemen, zijn bevelen geven en de ondersteu ning van de hulpwapens inroepen Wanneer wij bij onze wijze van handelen bij den aanval het terrein aanpassen en onze aanvalsdoelen naar het terrein kiezen, treffen wij den vijand met het grootst mogelijke resultaat, dat onder de gegeven omstandigheden bereikbaar is." Artillerie. Verbinding Infanterie-Artillerie: In F. A. J., Juli/Aug. '35 wordt door Mj. John S. Wood het probleem van de verbinding tusschen inf. en art. in beschouwing genomen: The Liaison Problem. S. geeft eenige buitenlandsche inzichten weer, namelijk het Fr. standpunt, weergegeven in het artikel van Col. Buchalet in de Revue d'Art. Aug. '35, het commentaar van D. zijde hierop in M.W. nr. 34, en tenslotte het B. gezichtspunt, zooals dit blijkt uit het artikel in B.B.S.M. van April '35 (zie hiervoor I.M.T. 1935 resp. Nr. 2, 8 en 11). In een drietal punten vat de S. zijn opmerkingen samen. Hij veroordeelt de visie der Fr. en B. die voor de verbinding te weinig personeel beschikbaar stellen en volgens hem te weinig initiatief aan de onderaanvoerders laten (aanval en art. steun volgens tijdtabel). „To people of our temperament, their close control of maneuver appears too confining and restrictive of initative. We relay more on the happy chance and the resolute action of subordinate commanders, and our organization of liaison naturally conforms to this idea." De opmerking van Col. Buchalet, dat de waarneming uit voorste lijn veel overeenkomst vertoont met de luchtwaarneming wordt door S. aangegrepen om een vuurleidingssysteem te ontwerpen, gebaseerd op een eenvoudige seincode. In een voorbeeld wordt dit uitgewerkt. Daarbij is hij echter wel optimistisch omtrent de mogelijkheid om uit voorste lijn te allen tijde de grootte der lengte- en breedte-afwijkingen t.a.v. de schootsrichting te kunnen vaststellen. Col. Buchalet wees juist op de omstandigheid, dat de waarnemer in voorste lijn in het nadeel is bij den luchtwaarnemer, omdat hij slechts de contouren kan zien en geen inzicht heeft in het terrein. Een overeenkomstig inzicht aan Am. zijde vindt men in een kort artikel, Problem of the forward observation, in F. A. J. Jan./Febr. '35. Motoriseering. In M. W. M. Aug. '35 wordt een overzicht gegeven van den stand der motoriseering en mechaniseering in de verschillende legers: Wie die Heere mechaniseeren door Mj. Ernst Prohaska. Wij geven hieronder alleen eenige gegevens over de art.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 82