286
bestrijding van vewn. en vlgn., toont door de geheele affuitage,
dat het eigenlijk slechts ontworpen is als ld. kanon. Het is
uitgevoerd zoowel op een affuit voor mobiel gebruik als op een affuit voor
vaste opstelling. Kanon met bodemstuk weegt 180 kg.; trechtervormige
vlammendemper; magazijnen voor 8 patronen; hydraulische rem met con
stant-langen terugloop; affuit (voor mobiel gebruik) met 4 raden, voorzien
van autobanden; in batterij opgesteld op kruisaffuit; hor. schootsveld 360°.
elevatie van 5° tot 90°; totaal gewicht kanon en affuit 1730 kg. Voor vaste
opstelling is ook een constructie met dubbel wapen voorzien (totaal gewicht
3500 kg). Munitie: lichtspoorgranaten van 0,955 kg; brandduur lichtsas UV2
sec. (4000 m). V0 900 m/sec. Dracht 8500 m. Vuursnelheid 100120 sch./
min. S. eindigt mét een opmerking over het minimum toelaatbare kaliber in
verband met de conventie van St. Petersburg van 11 Dec. 1868. De daarbij
gestelde grens van 300 gram voor ontplofbare projectielen leidt tot een min.
grens voor het kaliber van 3 cm.
T.
Geneeskundige Dienst.
Militair Geneeskundig Tijdschrift, Januari 1936.
„De behandeling van schedeltraumata" door Dr. B. G. Ziedses des Plan-
tes, zenuwarts aan het Militair Hospitaal te Utrecht en Hendrika Wester,
arts.
Omtrent het vraagstuk van de juiste behandeling van het trauma capitis
met cerebrale verschijnselen, welk vraagstuk ook voor de militaire genees
kunde zoo belangrijk is, loopen de meeningen nog zeer uiteen. Bij klinische
observatie is het den schrijvers niet mogelijk gebleken een indeeling in
bepaalde groepen (commotio, contusio enz.) te maken. Pathologisch-ana-
tomisch onderzoek heeft weinig aan het licht gebrachtde fijnere functio-
neele stoornissen ontgaan het microscopisch onderzoek.
Direct na het trauma moet in de eerste plaats gelet worden op den alge-
meenen toestand (graad van bewustzijnsstoornis, spiertonus, gelaatskleur
enz.), de pols (de „drukpols" met een lage frequentie naast intracranieele
drukverhooging kunnen ook shock, bloedingen in de medulla oblongata e.d.
zoo'n pols geven) en de ademhaling (Cheyne-Stokes-type, Biotsche adem
haling). Waar de pols en ademhaling, eventueel ook braken reeds het ver
moeden van hersendrukverhooging kunnen wettigen, kan hierin het onder
zoek van de fundus oculi zekerheid geven. Reeds eenige uren na het trauma
is een stuwingspapil geconstateerd kunnen worden.
Een geleidelijke stijging van de polsfrequentie evenals een stijging van
de temperatuur is prognostisch ernstigin korten tijd kan de lage pols
omslaan in een zeer frequente.
Men lette verder op de symtomen van de schedelbasisfractuur (bloed uit
het oor, haematomen om de orbitae, liquorrhoe), terwijl fracturen van het
schedeldak soms door uitgesproken plaatselijke kloppijnlijkheid kunnen
worden aangetoond.
In ernstige gevallen moeten de pols en ademhaling elk kwartier gere
gistreerd worden. Voor het verdere ziekteverloop blijkt in de praktijk de
psychische toestand de beste richtsnoer te zijn.
Röntgenonderzoek is in het acute stadium ongewenscht en zelden ge
ïndiceerd. Zulks is wel het geval bij vermoeden op ernstige impressiefrac
turen, wervelluxaties e.d.
In het ziekteverloop van een trauma capitis kunnen geen bepaalde cri-
tische dagen (als in de neurochirurgie) worden aangenomen wel mag men
zeggen, dat na 4 dagen bij oordeelkundige verpleging de prognose over het
algemeen gunstig gesteld mag worden.