Voor deze meetbreedtespreiding geldt natuurlijk precies hetzelfde als voor de meetlengtespreiding ook zij doet de berekende tref- plaats om het doel heenslingeren en zal daardoor oorzaak zijn dat de trefkans op het doel vermindert. Zij wordt op dezelfde wijze uitgeschakeld als de meetlengtespreiding, alleen met dit verschil, dat het hiertoe gebezigde instrument geen uurwerkinstrument is. II. De waarneming van de ligging van het vuur kan, evenals bij de „landdoelartillerie", geschieden uit een punt in of nabij de batterij, dan wel uit één of twee punten ver buiten de batterij. Bij het schieten op doelen te land, welke aan hun plaats ge bonden zijn, met waarneming uit een punt van buiten de batterij („waarneming van terzijde"), moet de vuurleider op zijn waar nemingen van de ligging der schoten bepaalde correcties aan brengen alvorens deze gegevens bruikbaar zijn voor de batterij. Voor dit corrigeeren maakt hij gebruik van de schietcoëfficienten (C, Cioo etc.) uit het V.S.A., welke geheel afhangen van de onderlinge ligging van de plaatsen van batterij, doel en waar nemer, en die voor iedere andere constellatie anders zijn. Bij de kustartillerie zal bij opstelling' van den vuurleider op een plaats ver buiten de batterij de voortdurende verandering van de plaats van het doel ook een voortdurende verandering van de schiet- coëfficiënten tengevolge hebbende noodzakelijkheid deze schiet- coëfficiënten van oogenblik tot oogenblik te kennen brengt prac- tische moeilijkheden met zich mee, die maken dat men steeds zal trachten zoo eenigszins mogelijk de opstelling van den bat terijcommandant in de batterij te vinden en wanneer van daaruit geen waarneming mogelijk is in ieder geval zoo veel mogelijk in de lijn batterij doel. Deze gunstige opstelling van den batterij commandant is bij de kustartillerie vrijwel steeds mogelijk om de eenvoudige reden dat men over de zee steeds een onbelemmerd uitzicht heeft en men dus niet behoeft te zoeken naar uitzicht gevende punten. Vandaar dat het schieten met waar neming rechtuit bij de kustartillerie een veel uitgebreidere toe passing vindt dan bij de mobiele artillerie. Het wordt als regel beschouwd het Schieten met waarneming van één of twee pun ten buiten de batterij daarentegen als een hulpmiddel, dat eerst wordt toegepast, wanneer aan den commandopost in de batterij het uitzicht is ontnomen. In dit artikel zal verder alleen het schieten met waarneming uit de batterij ter sprake komenaan beschouwingen over de mogelijkheid van schieten met waarneming van terzijde zal een afzonderlijk artikel worden gewijd. Elk vuur der kustartillerie bestaat, evenals bij het schieten op landdoelen, in beginsel uit een inschietvuur en het uitwerkings- 209

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 9