387
In afwachting van de invoering heeft men nog verouderd materieel van 120
mm en 150 mm met dracht resp. van 6000 en 9000 m. Het veldkanon is de
bekende 75 mm, systeem Krupp van Japanschen aanmaak, thans gemoder
niseerd met dracht van 12 km. Nieuwe modellen 75 mm met grooter dracht
en grooter zijd. schootsveld zijn in beproeving.
Bepaalde divn. hebben een reg. bergart. met 3 afdn. a 2 bijn., voorzien
van een Krupp-kanon van 75 mm, gewicht 680 kg, vervoerbaar in 6 lasten
g. 6,4 kg met 6540 m dracht gk. 6,8 kg met 5100 m dracht; zijd. schootsveld
7°, elevatie van 8° tot 41°.
De rijdende art. heeft afdn. a 2 bijn., bewapend met een 75 mm systeem
Krupp, dracht 8300 m voor gn. en 5800 m voor gkn.
Legerartillerie in vredestijd 4 brigades zware veldart., elk van 2 regn.
met kanonnen van 10,5 cm en houwitsers van 15 cm van de meest verschil
lende modellen: oud, gemoderniseerd, nieuw. De 105 mm L/40 model 1930
met een spreidaffuit heeft een dracht van 18 km. De 15 cm houwitsers
schieten 10 a 12 km ver, naar gelang van het model. Voorts heeft de legerart.
nog kalibers van 15 tot 41 cm met als hoofdvuurmond een 24 cm houwitser.
Luchtdoelartillerie nieuwste modellen75 mm met vert. schootsverheid
van 9500 m en een hor. dracht van 14000 m, schootsveld hor. 360°, vert. 85°,
vuursnelheid 25 sch./min.; 105 mm met dracht vert. 12000 m, hor. 17000 m,
schootsveld als 75 mm, vuursnelheid 15 sch./min.
De beginselen voor het gebruik der art. worden als volgt aangegeven.
In beginsel gebruik in massa onder rechtstreeksche leiding div. art. cdt.
Decentralisatie alleen in bijzondere gevallenuitgebreid front dat een
hoofdige leiding bemoeilijkt, „terrains compartimentés", onvoldoend opgehel
derde situatie, gevechten binnen 's vijands verdedigende stelling, vervolging.
De artillerie-massa der div. wordt wel ingedeeld in tact. groepen, maar alle
groepen, dus zoowel rechtstreeksche steun als „action d'ensemble" als
contrabatterijen staan rechtstreeks onder den div. art. cdt. Men kent geen
algemeene aanwijzing van de taak in dezen zin: die groep steunt die inf.
eenheid, maar men heeft een verdeeling volgens doelen en terrein.
Bij den aanval moet de art. rekenen op snelle ondersteuning der inf. De
inleidende beschieting is intensief maar kort en heeft tot doel de vijandelij
ke stelling en de flankementsopstellingen te neutraliseeren, dus niet ver
nieling van hindernissen hiervoor zijn inf. en pioniers bestemd, die gedu
rende hun werk beschermd worden door de art. Vernieling van versperringen
door de art. .kost te veel munitie.
Bij de verdediging past men eveneens centralisatie toe om vuur te bren
gen op de vermoedelijke hoofdaanvalsrichting. Voorts moet de art. steeds
gereed zijn voor ondersteuning van het hervatte offensief en van tegen
aanvallen.
De nadruk valt dus zoowel bij aanval als verdediging op gecentraliseerd
gebruik en samenvoegen van het vuur op het zwaartepunt.
In Luftwehr van Sept. '35 wordt een korte beschrijving gegeven van een
luchtafweercefening, welke in Duitschland heeft plaats gehad: Die Übungen
der Flak-Artillerie bei Braunschweig door Georg W. Feuchter. Bij deze in
begin Sept. gehouden oefening in grooter verband beschikte de verdedigende
partij over een luchtwachtdienst, terwijl voor de speciale verdediging van
een industriestreek waren uitgetrokken een groep jachtvliegtuigen en een
versterkt reg. ld. art., bestaande uit 2 afdn. zware ld. art. (8,8 cm), 1 afd.
lichte ld. art. (2 cm en 3,7 cm) en 1 afd. zoeklichten. Het reg. was mobiel
en de oefening ving aan met een marsch naar de te verdedigen zone. Tijdens
de nachtoefeningen was een schijndoel opgezet om de vijandelijke vlgn.
omtrent de ligging der fabriekswerken te misleiden, hetgeen niet gelukt is,
doordat de tegenpartij op de hoogte was van deze misleiding. De vlg. aan
vallen hadden gedurende eenige achtereen volgende dagen en nachten plaats,
overdag bomaanvallen, in escadrilleverband op groote hoogte, gesteund door
aanvallen van laagvliegende vlgn. op de ld. bijn., des nachts door een bom-