393
doorstane ontberingen en vermoeienissen niet meer in een toestand zijn
om als bloedgever te fungeeren. Daarom wordt terecht de wenschelijkheid
geuit van het beschikbaar hebben van zooveel mogelijk gevers onder het
personeel der sanitaire afdeelingen.
(Zie voor den stand van dit vraagstuk hier te lande het artikel „De
bloedtransfusie bij den Militair Geneeskundige Dienst", I. M. T. jaargang 1934
blz. 37).
Hetzelfde nummer bevat het programma der vergadering van den Wereld
bond tot Bescherming der Menschheid, die van 10 tot 12 Februari 1936 te
Monaco gehouden is, ten einde te geraken tot stichting eener „Association
Universelle pour la Protection Internationale de rHumanité", waartoe 28
Juni 1935 door het Permanente Comité der Internationale Congressen voor
Militaire Geneeskunde te Brussel was besloten. Het programma is ingeleid
door een meeslepend betoog van R. Reijnders, die in schrille kleuren het
harde noodlot schildert der non-combattanten in een toekomstigen oorlog.
Hij wijst in dit verband op een brochure van Generaal Ludendorff, die den
titel draagt „De totale oorlog" en waarin deze legeraanvoerder verklaart,
dat de oorlog niet alleen de vernietiging van het vijandige leger, maar ook
van de bevolking van het vijandige gebied in haar geheel ten doel moet
hebben. Bij zulke opvattingen zal men allerminst mogen verwachten, dat
de organen die de gewonden zoo spoedig mogelijk weer strijdvaardig hebben
te maken, gespaard zullen worden. Dit en het feit, dat het zien van veel
roode kruisen voor den vijand een aanwijzing kan zijn dat zich ergens een
groote troepenmacht ophoudt, is voor enkele generale staven reeds aan
leiding geweest de afschaffing van het Roode-kruis teeken in overweging
te nemen.
Geneeskundigen en rechtsgeleerden beijveren zich om middelen te vinden
ter beveiliging van de niet strijdbare bevolking tegen de moderne oorlogs
middelen. Men heeft het denkbeeld van herstellings- en veiligheidssteden
geopperd als toevlucht voor gewonde en zieke soldaten en voor de bevol
king, gebieden, die niet zouden mogen worden gebombardeerd of op andere
wijze aan vernietiging prijsgegeven.
S.
Journal of the Royal Army Medical
Corps nr. 1 Januari 1936 Vol. LXVI:
„An adventure with a cobra." door Captain D. P. F. Mulvany.
Dr. Mulvany, officier van gezondheid in garnizoen in Cawpore [Britsch-
Indië] vertelt de volgende geschiedenis, die zich afspeelde met een cobra.
Op een morgen in November 1935 wandelde de vrouw van een Britsch
Officier in Cawnpore door haar tuin, waarna zij zich begaf naar een kelder
bij de garage. Bij het overschrijden van den drempel trapte zij op een grcote
cobra, die haar voordat zij het wist, aanviel en ongeveer 15 cm boven den
enkel beet. Zij besefte, dat elke verloren minuut den dood kon beteekénen.
Terwijl zij hard schreeuwde om haar bediende, improviseerde zij een
knevelverband boven de plaats van den beet. Bedienden kwamen snel toe-
loopen en op haar aanwijzing werd een kruisvormige incisie gemaakt, welke
werd verbonden met kaliumpermanganaat, terwijl een 2e knevelverband
boven het eerste werd aangelegd. Daarna moest snel vervoer naar het Britsche
militair hospitaal plaats hebben; doch de echtgenoot was met de auto uit en
het hospitaal lag op 4 km afstand.
Zonder tijd te verliezen fietste de bediende zijn „Memsahib" al balancee-
rend over het zadel, in groote snelheid naar het militair hospitaal. Voor
geval van nood had hij den tuinknecht opgedragen achter hem aan te fietsen.