stelde, is niet erg duidelijk: zoo ver mogelijk naar het Westen oprukken, maar toch geen slag aannemen voor de aankomst van de Russen, was een plan, dat met een tegenstander als NAPO LÉON wel heel moeilijk uit te voeren zou zijn. NAPOLÉON, die midden 1805 in het kamp van Boulogne zeker niet dacht aan een op handen zijnden landoorlog met Oostenrijk, besloot, toen half Augustus de Oostenrijksche oorlogsmaatregelen steeds duidelijker vorm aannamen, om het landingsplan in Enge land op te geven en naar Wien te marcheeren om de nieuwe coali tie te vernietigen. Het gelukte de Fransche diplomatie om met Beieren, Wurtemberg en Baden bondgenootschappen te sluiten, zoodat Mack's oprukkend leger overal achter het net vischte. Het Fransche keizerrijk beschikte over een uitstekend leger van bijna 500.000 man, waarbij dan nog de contingenten der bondgenooten kwamen. NAPOLÉON besloot nu om met 200.000 man naar den Rijn te marcheeren, Duitschland te doorschrijden, het Oostenrijk sche leger te verslaan waar hij het zou aantreffen, om daarna in Wien cfe vrede te dicteeren; in Italië zou zijn beste maarschalk, Masséna, defensief blijven. De Ordre de Bataille van het Fransche leger, dat voor het eerst den naam van „Grande Armee droeg, omvatte de 7 korpsen van Bernadotte, Marmont, Davout, Soult, Lannes, Ney en Augereau, terwijl Murat de ruiterij aanvoerde. De marsch van dit groote leger van Boulogne, de Nederlanden en het Rijnland naar den Rijn (tusschen Strassbourg en Mainz) en verder naar de Donau (N. van München), was een model van marschregeling", waarbij echter om tactische redenen (tijdwinst) de verpleging geheel moest worden verwaarloosd. Den 26 Augus tus uit Boulogne afgemarcheerd, was het leger reeds einde Sep tember aan den Rijn, ter sterkte van 147.000 man infanterie, 25.500 ruiters en 364 vuurmonden; later kwamen daar nog bij de 14.000 man van Augereau en 30.000 man uit Beieren, Wurtem berg en Baden. In breed front van 4 gescheiden groepen marcheer de het leger Duitschland binnen, waarbij de marschgroepen elkan der meer en meer naderden. Toen NAPOLÉON uit de berichten omtrent den vijand de over tuiging had gekregen, dat Mack zich ver naar het Westen had ge waagd (zijn voorposten stonden in het Schwarzwald)beval hij voor het geheele leger een zwenking rechts, linkervleugel langs Würzburg, zoodat den 6 October zijn troepen N. van de Donau stonden, front Zuid, tusschen Ulm en Ingolstadt. Den 7 October overschreden Soult en Murat zonder tegenstand te ondervinden de rivier bij Donauwörth, en bevonden zij zich dus reeds in den rug der Oostenrijkers, „wahrend der Generalquartiermeister „Mack von Ort zu Ort eilte, überall Truppen besichtigte und "allerlei törichte Anordnungen traf," (Kircheisen I). Mack, die bericht kreeg, dat de Donau op verscheidene plaatsen O. van Ulm door den vijand was overschreden, verloor nu, voor hij nog eenige 297

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 11