De Voorzitter, Zijne Excellentie Luitenant-Generaal b.d. C.A. Prins, voegde als sluitstuk aan de voordracht o.a. toe: „Uw betoog, Majoor de Jongh, heeft wel zeer duidelijk aange toond, dat het de hoogste tijd wordt, dat het vraagstuk van „de economische en industrieele verdedigingsvoorbereiding een „oplossing verkrijge" en verder: „Ik spreek de hoop uit, dat Uwe denkbeelden de volle aandacht „van de bevoegde autoriteiten mogen hebben en dat Uw voor bracht van hedenavond aldus moge bijdragen tot de verwezen lijking van een doeltreffende economische en industrieele verde- „digingsvoorbereiding". Vervolgens wil ik de aandacht vragen voor het feit, dat een zeer groot gedeelte van de voordracht wordt gewijd aan de organi satie van de voorbereiding der staatsmobilisatie, waarvan de oplossing, ook blijkens de gegeven voorbeelden, een vraagstuk op zichzelf vormt en welke organisatie van zeer uitgebreiden aard dient te zijn. Doch niettegenstaande o.m. het groote belang van een juisten opzet overeenkomstig evenvermelden eisch wordt aangetoond en vele malen met nadruk op den onverantwoordelijken achterstand in zake de voorbereiding van de staatsmobilisatie wordt gewezen, wil inleider in het moederland met die voorbereiding, althans aanvankelijk, een orgaan van eenvoudige samenstelling en res- sorteerende onder het Departement van Defensie zien belast, een naar dz. meening minder goede oplossing, aangezien een zoo danig orgaan in geen geval in staat kan worden geacht, in dien achterstand in korten tijd een aanmerkelijke en zoo noodzakelijke verbetering te brengen. Ten derde zij vermeld, dat door inleider in zijn voordracht o.a. nog de aandacht wordt gevestigd op een aangelegenheid, waar van het belang met betrekking tot de voorbereiding der staats mobilisatie onder de huidige omstandigheden in die mate predo mineer end is, dat afzonderlijke vermelding niet achterwege mag blijven. Ik heb hier het oog op de te voeren voorraden-politiek in verband met de heerschende economische crisisperiode. De beschouwingen, tot welke het vorenvermelde drietal opmer kingen mij aanleiding geven, beoogen in de eerste plaats het inter nationaal politiek-economische karakter van een staatsmobilisatie- voorbereiding te belichten, omdat in dat karakter de verklaring kan worden gevonden voor den door velen zoo ernstig becritiseerden achterstand in die voorbereiding in de verschillende gebiedsdeelen van ons Koninkrijk. Reeds gedurende de oorlogsjaren van 19141918 werd in de neutrale landen, zoowel als gevolg van de heerschende bijzondere economische verhoudingen als het allengs duidelijker aan den dag 309

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 23